‘Piet, zal ik jou trouwens op de pMIEK-lijst zetten?’, vraagt Irene Lammers na afloop van het interview aan Piet Ackermans. Irene werkt als projectmanager bij de provincie Noord-Brabant, Piet Ackermans is opgaveleider duurzaamheid bij de gemeente Oosterhout. ‘Dat is een van de winsten van de pilot integraal programmeren’, lachen beiden. ‘Dat we elkaar nu kennen en weten te vinden.’ Dat geldt ook voor de netbeheerders, voegt Irene toe. ‘Tot een jaar geleden waren netbeheerders voor mij onbekende mensen met onbekende discussies. Nu zitten we met hen om de tafel.’ Mary van der Torre (senior partner energietransitie bij netbeheerder Enexis) knikt instemmend. ‘Via de RES werkten we al goed samen in West-Brabant’, zegt zij. ‘Maar dan vooral rond duurzame opwek. Nu kijken we breder, en betrekken we ook andere sectoren en ontwikkelingen bij het integraal programmeren van het energiesysteem. Dat is noodzakelijk en leerzaam.’
Pilot: mooie vervolgstap
West-Brabant deed in het najaar van 2022 - net als Zeeuws-Vlaanderen en Noord-Holland Noord - mee aan de landelijke pilot integraal programmeren. De regio ontwikkelde vanuit de RES 1.0 zelf al een systematiek om duurzame opwekprojecten te programmeren en prioriteren, met als doel het energienet zo min mogelijk te belasten. Deelname aan de landelijke pilot was voor West-Brabant een mooie vervolgstap. ‘De bewustwording dat je bij het plannen van ontwikkelingen rekening moet houden met het elektriciteitsnet, was er in de regio al’, zegt Mary. ‘En West-Brabant is een interessante regio voor een bredere pilot als deze, omdat we een gebied van uitersten zijn, met enerzijds veel landelijk gebied, anderzijds ook zware industrie in het Moerdijkgebied.’
Datagedreven aanpak op middellange termijn
West-Brabant richtte zich in de pilot op mogelijke knelpunten op onderstations van Enexis (regionaal netbeheerder) en Tennet (landelijk netbeheerder) op middellange termijn (2030). Die periode sluit aan bij de termijnen van de investeringsplannen van de netbeheerders. Bovendien was een landelijke taskforce al aan de slag met netschaarste op korte termijn, en staat in een provinciale studie naar het Brabantse energiesysteem het langetermijnperspectief centraal. Voor de pilot onderzocht adviesbureau Berenschot, in samenwerking met de regio, welke belasting de komende jaren terechtkomt op alle onderstations in West-Brabant en waar die belasting vandaan komt: bijvoorbeeld van de opbrengst van zonne- en windprojecten of van extra vraag vanuit verduurzaming van de industrie, uit woningbouw, mobiliteit of landbouw.
‘In het advies dat de pilot heeft opgeleverd, zie je op kaarten, visueel weergegeven in de tijd, heel duidelijk op welke onderstations knelpunten te verwachten zijn en welke oorzaken die hebben’, zegt Irene. De regio is daarbij vooral datagedreven te werk gegaan, voegt zij toe. ‘We hebben op grond van aangeleverde data van bijvoorbeeld gemeenten, netbeheerders en industrie op een rij gezet welke ontwikkelingen en ambities het elektriciteitsnet de komende jaren in de regio mogelijk moet maken en waar dat spaak dreigt te lopen. We concentreerden ons dus op het verkrijgen van inzicht. We hebben nog geen energievisie of afwegingskader ontwikkeld, alhoewel dat wel stappen zijn in de handreiking van de landelijke Werkgroep Integraal Programmeren. Dat bleek een brug te ver in de beperkte tijd en in onze gevarieerde regio. Ook aan de overige stappen uit de handreiking – zoals het ontwerpen en kiezen van ontwikkelvarianten – zijn we nog niet toegekomen.’
Pilot leert integraal te kijken naar energiesysteem
Desondanks zijn Irene, Piet en Mary blij met de opbrengsten van de pilot. Zij vinden het vooral leerzaam dat je door integraal programmeren leert ontwikkelingen in je regio heel breed te bekijken in relatie tot de capaciteit van het elektriciteitsnet. ‘Wij hadden op basis van de RES 1.0 al inzicht in de gevolgen van duurzame opweklocaties voor het elektriciteitsnet’, zegt Piet. ‘Door de pilot heb ik geleerd dat je dat veel integraler moet bezien. Waar is nieuwbouw gepland? Wat gaat de industrie doen? Hoe gaat mobiliteit zich verduurzamen? Als je dat allemaal samen in de tijd afzet tegen het energiesysteem, zie je pas echt waar knelpunten komen. Ik dacht bijvoorbeeld altijd dat woningbouw de grootste impact op het energienet heeft, maar dat blijkt de elektrificatie van de industrie te zijn, terwijl je daar als gemeente weinig invloed op hebt.’ Ook voor bestuurders in de regio is die bewustwording belangrijk, vult Irene aan. ‘Omdat wij de pilot hebben uitgevoerd op het niveau van de RES-regio, lag de bestuurlijke aansturing in handen van de stuurgroep RES. Zij moesten dus ineens ook over mobiliteit en bedrijventerreinen praten, in plaats van alleen over duurzame opwek. Het besef dat het energiesysteem een optelsom is van uiteenlopende maatschappelijke ontwikkelingen, vergde van hen een omslag in het denken.’
Lees meer over dit praktijkverhaal op de website van Nationaal Programma Regionale Energie Strategie.
Publicatiedatum: 22-02-2023