Op verschillende locaties in de provincie Noord-Brabant gaan SCAN onderzoeksboringen meer duidelijkheid geven of er warmte uit de ondergrond gehaald kan worden. Deze warmte, in de vorm van water, kan ingezet worden om huizen en kantoren mee te verwarmen. Begin april start de onderzoeksboring in Heijningen. Naar verwachting volgen daarna Heesch (zoekgebied Oss) en Eindhoven.
Aardwarmte is in de warmtetransitie van Brabant een essentiële schakel. Om klimaatneutraal te zijn in 2050, moet er genoeg duurzame warmte beschikbaar zijn om te voorzien in de vraag van woningen en bedrijven. Met aardwarmte kunnen per bron 4.000 à 10.000 woningen worden verwarmd. De onderzoeksboringen gaan meer inzicht geven of de Brabantse ondergrond geschikt is voor de winning van aardwarmte. SCAN gaat kijken onder andere naar hoe warm het water in de aardlagen is en of de aardlagen de juiste doorlatendheid hebben zegt Marten ter Borgh, onderzoeksleider van het SCAN-project bij EBN, de organisatie die in samenwerking met TNO het onderzoek uitvoert: “De aardlagen die onderzocht worden lopen ver door, daarom zijn de resultaten relevant voor een groot gebied. Denk hierbij aan regio’s met steden.”
Wat is aardwarmte?
Diep in de aarde is het warm. Hoe dieper, hoe warmer. Op een diepte van 2 tot 3 kilometer bevindt zich warm water met temperaturen tussen de 70 en 100 °C. Als dit water zich in doorlatende aardlagen bevindt, kan het worden opgepompt. Bovengronds wordt de warmte van dit water gebruikt om huizen en bedrijfspanden te verwarmen. Het afgekoelde water wordt vervolgens teruggebracht in de ondergrond, waar het op natuurlijke wijze weer opwarmt. Zo vormt aardwarmte, ook bekend als geothermie, een duurzame energiebron die onafhankelijk is van wind en zon. In Nederland wordt aardwarmte al gebruikt voor het verwarmen van kassen. Ook is er in Den Haag een project waar woningen en bedrijven verwarmd worden met warmte uit de aarde.
Wat houdt een onderzoeksboring in?
Er wordt een boortoren met een hoogte van 41 meter geplaatst. Vervolgens wordt er een gat geboord. De diepte van het boorgat varieert per locatie, afhankelijk van de ondergrond. In Heijningen zal de diepte van het gat 850 meter zijn. Hoe lang de boorwerkzaamheden en de metingen duren verschilt ook per locatie, dat is afhankelijk van de diepte van het gat en de gegevensverzameling. Gemiddeld duurt dit 4 tot 10 weken, dag en nacht, waarbij een groot team van specialisten samenwerkt aan een succesvolle en veilige operatie. Zowel de boring als de gegevensverzameling veroorzaakt geen trillingen, wel beperkt geluid. Ook is de boortoren in de donkere uren om veiligheidsredenen verlicht. Na de dataverzameling wordt het gat opgeruimd. Het hele proces, inclusief op- en afbouw, duurt maximaal zes maanden. Na de boring wordt de locatie in de oorspronkelijk staat hersteld en is er niets meer te zien.
Uitvoering door EBN en TNO
Met subsidie van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voert EBN, in samenwerking met TNO, onderzoek uit naar de geschiktheid van de ondergrond voor het gebruik van aardwarmte. De naam van dit onderzoek is ‘SCAN’. Gitta Zaalberg, Manager Operations Warmtetransitie bij EBN: “Wij verwachten rond de zeven onderzoeksboringen uit te kunnen voeren op locaties in Nederland waar weinig bekend is over de ondergrond. Eind vorig jaar vond de eerste boring plaats in Ouder-Amstel in de buurt van de Johan Cruijff ArenA. De tweede start in april in Heijningen. Alle uitkomsten worden openbaar beschikbaar gesteld om de ontwikkeling van deze hoopvolle duurzame toepassing te stimuleren.”
Bron: Persbericht SCAN
Publicatiedatum: 08-04-2024