Nederland is flink aan het verduurzamen en haalt zijn energie steeds vaker uit zonne- en windparken. Deze sterke groei van duurzame opwek en de toenemende elektrificatie van de industrie leiden echter tot uitdagingen op het elektriciteitsnet. Waar je een gas- of kolencentrale nog ‘aan en uit kunt zetten’, schijnt de zon niet constant en waait de wind niet altijd.
Wanneer er daarentegen veel aanbod is van zon en wind maar te weinig afnemers zijn van deze groene energie, kan het drukbezette elektriciteitsnet overbelast raken. Met het risico dat opgewekte energie verloren gaat. In het ergste geval valt de stroom uit door instabiliteit. Een mogelijke oplossing om het net in evenwicht te houden, is grootschalige batterijopslag.
Daarbij gaat het niet om de batterijen bij verbruikers thuis en in de buurt, maar om grote batterijen bij zonne- of windparken en grote ‘stand alone’-batterijen: een park met batterijen in zeecontainers en met een opslagcapaciteit van minstens 70 megawatt. Elektriciteit kan hiermee op piekmomenten lokaal worden opgeslagen en uitgesteld worden teruggeleverd. Op nationaal niveau zorgen deze batterijen voor balancering van het hoogspanningsnet.
Een kwestie van tijd
In Noord-Brabant is er nog geen grootschalige batterijopslag, maar dat lijkt slechts een kwestie van tijd. De provincie heeft zich gebonden aan het Nationaal Plan Energiesysteem, de kabinetsvisie voor het energiesysteem tot 2050. “Daarin is een belangrijke rol weggelegd voor batterijopslag”, geeft Noor Corpeleijn aan. Zij is beleidsmedewerker energie en ruimte bij de provincie.
Grootschalige batterijopslag kan volgens haar ook bijdragen aan een oplossing voor de krapte op het elektriciteitsnet, waarmee Brabant sinds 2022 werd geconfronteerd. “Om dat net ‘open te breken’. Zo ontstaat er weer ruimte voor ontwikkelingen als woningbouw.”
Noor Corpeleijn, beleidsmedewerker energie en ruimte bij provincie Noord-Brabant
‘Gemeente moet keuzes maken’
TenneT, beheerder van het landelijk hoogspanningsnet, plaatst de batterijparken niet zelf. Dit wordt gedaan door marktpartijen. Veel van deze ontwikkelaars kloppen zowel bij gemeenten als provincie aan met hun plannen en ideeën, heeft Corpeleijn inmiddels ervaren.
“Wij zijn nog in afwachting van een goede beleidsvisie van het Rijk. Naar verwachting komt het ministerie van Economische Zaken en Klimaat daar binnenkort mee. Op provinciaal niveau zijn wij bezig met beleidsontwikkeling waarmee we de gemeenten beter kunnen ondersteunen in vraagstukken rondom grootschalige batterijopslag. Het bevoegd gezag hiervoor ligt nu namelijk bij een gemeente. Die geeft in principe de vergunning af en moet daarin dus ook keuzes maken.”
Ruimtebeslag
Duidelijk is al wel dat grootschalige batterijopslag een enorm ruimtebeslag met zich meebrengt. Het Rijk becijferde dat er voor de opslag van 35 megawatt een hectare nodig is. TenneT wil voor 2030 in Brabant graag 1000 tot 2000 megawatt in batterijen kunnen opslaan.
“Het liefst zo dicht mogelijk in de buurt van hoogspanningsstations, is een van de wensen van TenneT. Hoe verder daar vandaan, hoe meer energieverlies je hebt”, stelt Corpeleijn.
Flevoland loopt voorop
De provincie Flevoland loopt in Nederland voorop als het gaat om het faciliteren van grootschalige batterijopslag. Logisch dus dat er door het Rijk en andere provincies met belangstelling wordt gekeken naar de ontwikkelingen daar.
Flevoland zet hiervoor als instrument het experimentenkader in. Dit is er voor initiatieven die in strijd zijn met het geldende bestemmingsplan én het ruimtelijk beleid in het Omgevingsprogramma Flevoland. “Maar waar het provinciebestuur wél positief tegenover staat. Dat is misschien ook wel typisch voor dit gebied; die durf om te vernieuwen”, licht Anno Vuuregge toe.
Met Iris Zomerdijk – beiden zijn beleidsadviseur ruimte bij de provincie Flevoland – is hij betrokken bij het opstellen van het experimentenkader grootschalige batterijopslag. Ze noemen dit een onderlegger waarmee gemeenten de benodigde ruimtelijke procedures kunnen opstarten.
Anno Vuuregge en Iris Zomerdijk, beleidsadviseurs ruimte bij provincie Flevoland
‘Gebied moet iets terugkrijgen’
Gedeputeerde Staten hebben inmiddels besloten om drie initiatieven in drie verschillende gemeenten van Flevoland mogelijk te maken: Zeewolde, Dronten en Noordoostpolder. Zij kregen van de provincie een set met criteria. Beide beleidsadviseurs geven aan dat die criteria gaan over ruimte, energie alsook over financiële participatie.
Volgens Vuuregge kan bijvoorbeeld een deel van de opbrengst worden gestort in een fonds voor de verdere verduurzaming van een gemeente: “Elke gemeente is daar echter vrij in. Je ziet ook dat ze er verschillend mee omgaan. Maar alle geven aan te willen dat het gebied er ook iets voor terugkrijgt.”
‘Inpassing is maatwerk’
Dan is er nog het vraagstuk rond de inpassing van hectares met zeecontainers in landelijk gebied. Het gaat hier om drie gemeenten die qua ruimtelijke structuur heel erg van elkaar verschillen: van immens weidse percelen tot kleinere stukken grond.
Zomerdijk: “Het is toch een gebiedsvreemde activiteit. Voor alle initiatieven zijn aparte ontwerpsessies gehouden. Het is maatwerk, ook omdat het drie verschillende polders zijn met ieder hun eigen kernkwaliteiten. Bij de één wordt meer gelet op kleur en openheid van het landschap, bij de ander komen erfsingels met verschillende soorten bomen.”
Ze weet dat alle benodigde vergunningen nagenoeg rond zijn en dat de bouw kan starten. “Daarnaast zitten er ‘in de wachtkamer’ nog initiatiefnemers voor een grootschalige batterijopslag. Voor hen zijn wij hard bezig met beleid maken in de vorm van een afwegingskader.”
‘Alle partijen meenemen’
Beiden kijken heel positief terug op het proces dat op gang kwam met gemeenten en ondernemers. Wat belangrijk is in de ogen van Vuuregge is om alle betrokken partijen daarin te blijven meenemen.
“Vanuit Gedeputeerde Staten is naar alle zes gemeenten een brief gestuurd dat we met deze drie initiatieven van het experimentenkader verder gaan en de andere in de wachtkamer plaatsen, in afwachting van het afwegingskader. Daar zijn de gemeenten bijzonder goed mee omgesprongen.”
Zomerdijk voegt hieraan nog toe dat in zo’n proces alle aspecten even belangrijk zijn: zowel het ruimtelijke, energetische als landschappelijke. Daarnaast blijft aandacht voor financiële participatie nodig.
Terug naar Noord-Brabant. Noor Corpeleijn geeft aan dat de provincie de komende tijd aan de slag gaat met het ontwikkelen van een duidelijke visie ten aanzien van grootschalige batterijopslag. “Om vervolgens een beleid daarop te maken. Eén mét aandacht voor de omgeving, zowel vanuit het energetische als ruimtelijke perspectief, in bebouwd of landelijk gebied. Samenwerking tussen Rijk, provincie en gemeenten is daarvoor essentieel.”
Foto: TenneT