Over energietransitie, financierbare hybride aanpakken en verbouwingsstress
Duurzame maatregelen
De keuken heeft een inductiekookplaat met ingebouwd recirculatiesysteem. De badkamer krijgt voorverwarmd water uit een zonneboiler met bijbehorend buffervat (100 l) in het washok. Omdat alle kamers bij de bouw al waren voorzien van een vraag-gestuurd ventilatiesysteem en vloerverwarming, is besloten om een hybride lucht-water warmtepomp (5 kW) te instaleren. De bestaande Cv-ketel hoeft alleen op zeer koude winterdagen nog bij te springen. Verder zijn op het platte dak 14 PV-panelen geplaatst (met een vermogen van 5.180 Wp). Tot slot zijn, vanuit klimaatadaptief oogpunt, op de zuidelijke achtergevel zonwering en Sunscreens aangebracht. Evenals Sedum op de schuur en het resterende dakvlak (in totaal 27 m2).
Het huishoudboekje
De investering voor deze renovatiemaatregelen bedroeg ruim € 28.000,- (inclusief subsidies ad € 4.350,-). Voor de puristen: de mitigerende ingrepen waren samen goed voor 56% van de investeringskosten (respectievelijk 84% van de ontvangen subsidies). Gefinancierd uit de overwaarde van de vorige woning, maar het kan ook deels via de hypotheek (tot maximaal 106% van de woningwaarde). Over de afgelopen twaalf maanden kende ons huishouden (2-persoons) een energieverbruik van +477 m3 aan gas en -1.948 kWh aan elektra (ik anticipeerde destijds op de komst van een elektrische auto, die inmiddels op een aparte zakelijke aansluiting in de semi-openbare ruimte zit). Ten opzichte van de vorige, iets groter en authentiek jaren ’30, rijwoning besparen we een slordige € 1.550,- op de jaarlijkse energierekening (als direct rendement). Mede dankzij de huidige salderingsregeling. Uitgaande van een gemiddelde verhuishorizon van twintig jaar, een jaarlijkse energieprijsinflatie van 2% en een discontovoet van 3% komt de totale contante waarde neer op zo’n € 27.500,-. Op basis van een Energielabel A+++ (met ongeveer 27 kWh energieverbruik per m2 per jaar) mag ik, bij tussentijdse verkoop, bovendien rekenen op een groene prijspremie. Gemiddeld gelijk aan ruim 3% van de verkoopprijs, aldus hoogleraar vastgoedeconomie aan de TIAS Business School #Dirk Brounen. Aan indirect rendement betekent dit voor ons minimaal zo’n € 9.500,- (prijspeil mei 2019, na verbouwing). Echter, onvoorziene omstandigheden daargelaten, worden wij hier in hartje Tilburg samen oud. Mocht over een jaar of zes de Cv-ketel aan vervanging toe zijn, maken we die vervolgstap “van aardgasarm naar aardgasvrij”. Met behulp van een ‘all-electric’ warmtepomp, een 250 l boilervat, mogelijk balansventilatie met warmteterugwinning en wat vervroegde afschrijving.
Laagdrempelige transitie
De leestip over die ‘Laagdrempelige Energietransitie’ van stadsgenoot en voorzitter van de Nederlandse Verwarmingsindustrie #Henk Sijbring was dan ook een waar genoegen. Aanleiding voor deze studie: een zoektocht naar een alternatieve (want gefaseerde) weg naar aardgasvrij voor de circa 4,3 miljoen koopwoningen met een traditionele aansluiting. “Het kan laagdrempeliger voor huiseigenaren en tegelijkertijd overtreffen we het CO2-reductiedoel voor 2030,” aldus opdrachtgever en voorzitter van Energie-Nederland #Medy van der Laan. Tot 2050 maakt het gemiddelde huishouden namelijk nog twee keer een vervangingsmoment van de verwarmingsinstallatie mee. Bij eerste keer ligt de focus dan op zogeheten “geen-spijt-maatregelen” zoals een hybride warmtepomp. Dit zijn oplossingen die “al op korte termijn aantrekkelijk zijn, niet hoeven te worden afgedwongen, beperkt risico van suboptimale keuzes kennen en weinig beroep doen op het adaptief vermogen,” aldus de onderzoekers van Stratelligence. En niet op de laatste plaats omdat de overstap naar een hybride oplossing al een forse reductie in het aardgasgebruik (en dus CO2) oplevert. Bij het tweede vervangingsmoment zijn de onzekerheden (in ons geval over geluidstrillingen en of het op de koudste dagen wel comfortabel genoeg is) en kosten van de ‘all-electric’-optie aanzienlijk kleiner. Nu komt dat volgens #Marjan Minnesma, directeur van Thuisbaas, nog neer op circa € 12.300,- (inclusief montage). Kortom, voor particuliere woningeigenaren liggen de transitiedrempels lager tegen die tijd. Zeker nu recent ook de landelijke Isolatiestandaard is verschenen. Voor koopwoningen is die vooralsnog vrijwillig, maar voor een “compacte” eengezinswoning (gebouwd na 1945) geldt een “netto warmtevraag” van 43 kWh/m2 . Dat zit bij ons wel snor.
Moraal
Moraal van dit blogverhaal? Deze persoonlijke ervaring met het aardgasarm maken van een bestaande woning helpt wanneer je, als zelfstandig professional, wordt gevraagd om de gemeentelijke regierol op weg naar CO2-vrije wijken concreet vorm en inhoud te geven. ‘Practice what you preach, so to speak’. Naast nieuwe kennis over de betrouwbaarheid en betaalbaarheid, is mijn belangrijkste inzicht echter dat zo’n ingrijpende incidentele verbouwing behoorlijk stressvol is. Om woningeigenaren met minder intrinsieke motivatie, inhoudelijke kennis, financiële mogelijkheden en keuzevrijheid (qua renovatiemoment) te verleiden aan een wijkgerichte verduurzamingsaanpak mee te doen, is optimaal “ontzorgen” dan ook van doorslaggevend belang. Hierover een volgende keer meer.
Meer weten? Download het rapport ‘Een Laagdrempelige Energietransitie’, het PAW-Essay ‘Energie in ons huishoudboekje’ en de BZK-Memo ‘Standaard en Streefwaarden uitkomst traject begeleidingscommissie’. Of bekijk de drone-opname van onze gerenoveerde woning en smartphone-opname van de installatieruimte.