Je bent namelijk afhankelijk van woninggebonden mogelijkheden, keuzes van eigenaren zelf en maatregelen die gemeenten nemen om een wijk te verduurzamen.
Vragen waar we tegenaan lopen
Als woningen optimaal door eigenaren worden aangepast dan kunnen generieke maatregelen worden beperkt. Aan de andere kant: als er een generieke voorziening wordt aangelegd, kunnen eigenaren hun maatregelen daar weer op aanpassen. Een van de grootste kostenposten is het vervangen van de centrale (gas)verwarming door een alternatieve en duurzame bron. En een van de belangrijke vragen is dan of generieke maatregelen goedkoper zijn dan wanneer alle eigenaren zelf maatregelen nemen en een verwarmingsoplossing kiezen.
Interessant is ook de vraag in welke mate er extra voor warmte geëlektrificeerd moet worden – dus boven op de bestaande behoefte aan elektriciteit. Dat er meer behoefte is aan elektriciteit is inmiddels wel duidelijk geworden. Geen gas gebruiken betekent dat we voor koken en warm water overstappen op elektriciteit. En de elektrische fiets, auto en airco vragen ook meer elektriciteit. Maar als er een gemeenschappelijke warmtevoorziening komt (bijvoorbeeld een gemeenschappelijke warmtepomp voor een appartementencomplex), dan is het effect op elektrificatie nog groter.
Is een energiescan een oplossing?
Een energiescan voor een woning helpt om een keuze te maken over wat voor een eigenaar een eerste stap zou kunnen zijn. Mijn ervaring is dat energiescans op internet vooral een manier zijn om te verdwalen in een nog groter bos van adviezen. Het blijft namelijk erg algemeen.
Een voorbeeld
Voor mijn label C-woning uit 1991 wordt voorgesteld om muurisolatie toe te passen, evenals HR++ glas en kozijnen, een zonneboiler en warmtepomp. De totale investering is € 20.000. Maar het huis heeft al muur-, dak- en vloerisolatie en dubbel glas. Dus wanneer is het nu echt nodig? Is de kwaliteit zo slecht, moet ik vernieuwen, rendeert het ook echt of zijn de te verwachten resultaten minder groot dan voorgesteld? Met een warmtepomp zou ik 550m3 gas besparen en 1.250 kWh meer stroom gebruiken (bron: Vereniging Eigen Huis en Milieu Centraal). En dan ben ik nog niet helemaal van het gas af!
Kortom, er zijn nogal wat opties, maar voor mij als woningeigenaar blijft het moeilijk om te kiezen waar ik dan precies moet beginnen en wat het meeste oplevert.
Ik heb behoefte aan een meer precieze bepaling, want elke investering kost veel geld en isoleren helpt zeker, zonnepanelen eveneens, maar bij de keuze van een hybride of ‘full-electric’ warmtepomp wordt het al lastiger. Zeker wanneer er al een airco is geïnstalleerd en deze kan worden ingezet om te verwarmen. Ook kun je nadenken over zonthermie of een zonneboiler of PVT (gecombineerde PV met zonthermie). Ook het overstappen op een elektrische auto, waarbij je de batterij als buffer voor je huishouden kunt gebruiken, wordt interessant. Maar als het om aanschaf van dit type auto’s gaat, is het in deze tijd van transitie ook interessant om na te denken over de overstap naar deelauto's. En wanneer komt de gemeente met maatregelen voor isoleren en verwarmen?
Van individuele scan naar collectieve scan
Wat is nu meer of minder effectief en kostenefficiënt, welke investeringen zijn er nodig en kan het morgen of pas volgend jaar? Het is vooral keuzestress voor woningeigenaren. Daarbij is één ding zeker: alle buren worstelen met dezelfde vraag als ze met het verduurzamen van hun woning (en mogelijk van het vervoer) aan de slag gaan. Iedereen maakt een eigen inhoudelijke afweging, ingegeven door financiële mogelijkheden, beschikbare ruimte, maand of jaar waarin men de maatregelen wil nemen, adviezen van websites of adviseurs. Met een beetje pech heeft iedereen een eigen variatie aan oplossingen, belangen, tempo en vaak andere leveranciers.
Ook al doet iedereen zijn uiterste best, het is en blijft uiteindelijk voor de buurt de duurste oplossing als iedereen een eigen oplossing kiest. Want het is ieder voor zich, er zit geen collectieve gedachte in en de keuze is niet gebaseerd op samenwerking. Kosten voor verduurzaming per woning variëren van € 2.000 tot € 50.000 en dan is de gemeenschappelijke infrastructuur nog niet meegerekend. Een aanpassing van de netinfrastructuur (verzwaren elektriciteitsnet) moet meerdere keren plaatsvinden en een collectieve warmtevoorziening voorkomt niet dat de vraag naar die oplossing afneemt. Collectieve inkoop van materialen en producten is dan vooral een gemiste kans. En welke oplossing je ook kiest; de prijsfluctuaties in de markt los je er niet mee op. Door uit te gaan van twee bronnen (gas en elektriciteit) kun je nog een beetje meebewegen in een grillige markt, maar bij alleen elektriciteit ben je afhankelijk van een goed energiecontract.
Een groot verschil op alle vlakken
Energie is het goedkoopst als het is gebaseerd op een eenvoudige, duurzame en uniforme infrastructuur, zoveel als mogelijk met dezelfde energiebron voor zoveel mogelijk gebruikers. Zo was dat vele jaren terug met kolen, later met aardgas en nu met duurzame energie. Maar het wordt er niet makkelijker op, ook al zijn we meer zelfbewust, deskundig en op zoek naar oplossingen. Er zijn nu meer en andersoortige duurzame energiebronnen, op verschillende plaatsen aanwezig en we wekken zelf energie op. Per woning, buurt of wijk kunnen grote verschillen ontstaan, zowel in kwaliteit van verduurzamen als in de kosten. Én, er is nog een groot verschil met het verleden. De samenleving is mondiger geworden, niet iedereen kan even snel investeren in het verduurzamen van de eigen woning of de kosten volledig betalen, individueel zijn keuzes makkelijker te maken dan door samen te werken én de energiemarkt is grilliger.
De ontwikkeling van duurzame opwek kan mij niet snel genoeg gaan. Maar dat geldt niet voor iedereen. We vinden wat van windmolens en zonneparken, zowel op land als op zee, boren in aardlagen voor geothermische energie en de aanleg van een warmtenet is niet vanzelfsprekend. En kernenergie en het gebruik van de beperkte ruimte in Nederland zijn ook gevoelige thema’s. Het maakt de overgang naar duurzame energie complex en tijdrovend.
Conclusie
Er zijn dus enorm veel mogelijkheden op basis waarvan afwegingen gemaakt kunnen en moeten worden. Door woningeigenaren, maar ook door energieleveranciers, coöperaties en overheden. Vanuit provincie Noord-Brabant denk ik onder andere mee aan ontwikkeling van duurzame opwek, energie-infrastructuren en technische innovaties die bij dit soort keuzes ondersteunend kunnen zijn. Vanuit die visie is er een digitaal programma ontwikkeld: digital twin. Met dit programma is het voor partijen (gemeenten, woningbouwcorporaties, energiecoöperaties etc.) mogelijk om een digitaal model van een wijk of buurt te creëren en daarin de verschillende verduurzamingsmaatregelen te testen/onderzoeken.
Dit blog komt uit het digitaal uitgegeven magazine over het Energiesysteem van de toekomst. Het volledige magazine is kosteloos te lezen via onderstaande button.
Lees het magazine en meer over Digital Twin