Download het stroomschema hieronder voor een vergrote versie
Vraag 1: Zou u dat wel doen burgerparticipatie?
Leent het beleidsvraagstuk zich voor burgerparticipatie?
a. Is er voldoende beleidsruimte? Is er voldoende juridische ruimte:
is bestaande wet- en regelgeving geen belemmering? Valt er iets te kiezen?
b. Is het beleidsonderwerp geschikt? Hebben inwoners kennis en/of ervaringen op dit beleidsonderwerp?
Vraag 2 Waarom, wanneer, wie met welke rol en hoe lang?
3. Waarom? Benoem doel van burgerparticipatie in dit beleidsproject
a. Vergroten van draagvlak voor dit beleid. Methode kiezen waardoor zoveel mogelijk inwoners mee kunnen doen.
b. Verhogen kwaliteit van beleid. Methode kiezen waarin een zorgvuldig geselecteerd gezelschap, goed geïnformeerd over het beleidsonderwerp, adviezen formuleert.
c. Combinatie van draagvlak vergroten en kwaliteit verhogen. Kies een combinatie van instrumenten.
4. Wanneer? In welke beleidsfasen geeft u participatie een plaats?
a. Agendavorming. Inwoners dragen onderwerpen aan voor beleid.
b. Beleidsvorming. Deelnemers geven advies of denken mee over beleidsalternatieven.
c. Besluitvorming. Gemeentebestuur/ -raad neemt zelf besluit of geeft kader aan waarbinnen beslissingsbevoegdheid wordt gedelegeerd aan bepaalde groep inwoners.
d. Uitvoering. Inwoners denken/doen mee in beleidsuitvoering.
e. Evaluatie. Inwoners hebben rol in beoordeling van effecten van beleid.
Burgerparticipatie in de hele beleidscyclus is zelden haalbaar. Maak een keuze voor nadruk op het voortraject (agendavorming en planvorming) of het natraject (uitvoering en evaluatie). In bijna alle gevallen neemt het bestuur of de raad formeel het besluit.
5. Welke rol en verantwoordelijkheid krijgen de deelnemers?
a. Ze worden geraadpleegd. Inwoners geven desgevraagd hun mening.
b. Ze adviseren over beleid. Deelnemers geven beredeneerd advies aan de gemeente.
c. Ze coproduceren. Deelnemers werken mee aan beleidsalternatieven.
d. Ze beslissen. Een groep burgers, zoals een wijkraad, neemt besluiten binnen door de gemeenteraad aangegeven kaders.
De verantwoordelijkheid van inwoners en hun invloed op het beleidsproces neemt toe van a. naar d. Daarmee neemt ook de verplichting toe van raad en college om de resultaten mee te wegen in de besluitvorming.
6. Wie? Stel vast welke burgers erbij betrokken moeten worden
Zijn er randvoorwaarden voor de groepsgrootte?
a. Tot 15 deelnemers
b. Tot 50 deelnemers
c. Onbeperkt aantal deelnemers
Naast het bepalen van de groepsgrootte is het belangrijk om de juiste
groep samen te stellen. Belangrijke vragen hierbij zijn:
- Welke inwoners hebben directe belangen bij het onderwerp?
- Welke personen of groepen moeten in ieder geval actief worden uitgenodigd om mee te doen? Dit is van belang voor organisatie, werving en publiciteit. Minder direct voor het te kiezen instrument.
7. Wat is de duur van het traject?
a. Structureel.
b. Incidenteel kortlopend. Variërend van één avond tot ca. twee maanden.
c. Incidenteel langer lopend. Langer dan twee maanden, maar wel duidelijk
begrensd in de tijd.
Vraag 3: Welk instrument?
Bepaal welke werkvorm of combinatie van verschillende instrumenten in uw geval het beste lijkt. Een groot aantal voorbeelden vindt u op de Participatiewijzer. Ga naar www.participatiewijzer.nl en selecteer criteria voor instrumenten en werkvormen.
Toelichting
Het ‘Afwegingskader burgerparticipatie bij beleid’ is bedoeld voor beleidsambtenaren,
bestuurders en volksvertegenwoordigers die zich bezighouden met burgerparticipatie bij de vorming en/of de uitvoering van beleid.- Door antwoord te geven op de vragen in het afwegingskader, kan worden beargumenteerd of burgerparticipatie bij een bepaald onderwerp een goed idee is of niet. De vragen dwingen om eerst vast te stellen of het onderwerp zich leent voor burgerparticipatie en of aan de noodzakelijke randvoorwaarden
in voldoende mate is voldaan. Zo niet, dan is het verstandig om in dat specifieke geval van burgerparticipatie af te zien. Zo ja, dan moet antwoord gegeven worden op de vervolgvragen: met welk doel, in welk stadium van het beleidsproces, kunnen welke inwoners met welke verantwoordelijkheid op welke manier meedoen?
Duidelijk is dat het niet gaat om een simpele afvinklijst waarop per vraag eenduidig ja, nee of een van de alternatieven kan worden ingevuld. Over het antwoord op elke vraag is discussie mogelijk. Of en hoe burgerparticipatie een plaats moet krijgen in een beleidsproces is altijd een kwestie van afwegingen.