Roozbeh, hoe selecteer je een wijk voor zo’n aanpak?
‘De gemeente Eindhoven had de buurt ’t Ven al langer in het vizier vanwege een plan van aanpak waarin drie pioniersbuurten werden aangewezen om ervaring op te doen met een buurtgerichte aanpak naar aardgasvrij. Van deze buurten was ’t Ven het meest kansrijk. Dit kwam door het bestaande warmtenet in de buurt dat gevoed wordt door de biomassacentrale in Meerhoven. De gemeente is de warmteleverancier en eigenaar van het warmtenet en de biomassacentrale.’
Van wat voor biomassa maakt deze centrale gebruik?
‘Snoeihout uit de regio, duurzaam zou je toch zeggen? Toch beschouwt de gemeente biomassa als een transitiebrandstof en onderzoekt de uitfasering.'
Interessant! Maar de lezer wil graag weten welke les jij als projectleider hebt meegenomen na dit project.
‘Wat me het eerst te binnen schiet is het samenbrengen van partijen. Werk direct samen met de belangrijkste stakeholders. Wij sloegen met de gemeente Eindhoven, de vier Eindhovense woningcorporaties Woonbedrijf, ‘thuis, Trudo en Wooninc. en de huurdersvertegenwoordiging de handen ineen. Zo ontwikkelde we het Duurzaamheidspact.'
Een pact? Dat klinkt sjiek. Was dat het ook?
'Met de samenwerking in het Duurzaamheidspact willen de partijen in een hoger tempo meer verduurzaming van de gebouwde omgeving in metropoolregio Eindhoven realiseren. Om zo de klimaatdoelen – CO2-neutraal voor 2050 – te behalen. De proeftuin wordt vanuit deze samenwerking vormgegeven. Twee van de vier woningcorporaties waren al in ’t Ven bezig met de renovatie van grondgebonden woningen naar aardgasvrij. Zelfs de woningcorporaties die geen concrete plannen hadden zagen het belang in van deelname om hiervan te leren voor de toekomst en nuttig advies leveren op basis van hun ervaringen elders in de stad.'
Het was dus voornamelijk een samenwerking met overheid en bedrijven.
‘Niet per sé. Behalve de woningcorporaties werden ook de eigenaar-bewoners, de onderwijsinstellingen en nutsbedrijven (BrabantWater en Enexis) betrokken. Voor ons was ook de gemeenteraad een belangrijke stakeholder. Dat is ook natuurlijk ook een doorsnede van de ‘gewone’ burger.'
Klopt. Kan je iets vertellen over hoe je deze ‘gewone’ burger informeert?
'Na de overeenstemming tussen gemeente en woningcorporaties over de uitvoering van de proeftuin, werd de gemeenteraad geïnformeerd. Vanwege de complexiteit van de aanpak is het belangrijk om de gemeenteraad regelmatig te blijven informeren over de voortgang. Valkuil is dat de raad alleen in geval van besluitvorming wordt betrokken en onvoldoende wordt meegenomen gedurende het proces. Want ook als er geen concrete besluiten genomen hoeven te worden, is het zinvol om de raad te informeren over de dilemma’s en uitdagingen die er spelen. In Eindhoven kan dat bijvoorbeeld tijdens de zogenaamde A-avonden of via Raadsinformatiebrieven.'
Oké, verzamel belangrijke stakeholders en blijf die informeren, ook als er nog niets concreets is besloten. Nog andere lessen?
'Ha, zeker: communicatie! Laat de buurt pas actief participeren als je als gemeente zicht hebt op wat het technische alternatief wordt en wat dit de bewoner gaat kosten. Dit is vaak de meest voorkomende vraag onder inwoners. Heb je daar geen antwoord op? Dan sta je mooi in je hemd. Bovendien ook schadelijk.'
Waarom schadelijk?
'Op de lange termijn het vertrouwen in de aanpak aantasten en kan een negatieve impact hebben op het verloop van het verduurzamingsproces in de buurt. Niet alles hoeft perfect dichtgetimmerd te zijn, maar als je te lang wacht tussen de 1e presentatie “we gaan onderzoeken” en de 2e presentatie “dit zijn de opties”, zet je de mensen te lang in de wachtstand. Het is dan beter om onderscheid te maken tussen informeren en participeren.'
Zet het doel centraal.
'Juist. Het is verstandig om zo snel mogelijk de bewoners te informeren dat er een onderzoek gestart wordt naar aardgasvrij in hun buurt, maar bedenkt goed wanneer je bewoners ook echt actief betreft. Want als je geen technisch en financieel haalbare alternatieven voor aardgas kunt voorleggen levert een intensief participatietraject voor de bewoners weinig op.'
Is deze aanpak universeel toepasbaar?
'Nee, zeker niet. Er is echt een verschil tussen stedelijke en plattelandsgebieden. Bij een stedelijk gebied is het echt belangrijk dat de gemeente een sterke regie behoudt gedurende het hele proces.'
Duidelijk. En hoe verliep de communicatie tijdens het proces?
'De communicatie naar de huurders verliep grotendeels via de woningcorporaties, niet door de gemeente zelf. Dezelfde woningcorporaties waren namelijk ook verantwoordelijk voor de uiteindelijke aansluiting op het warmtenet. Alleen de communicatie naar de eigenaar-bewoners verliep via de gemeente. Hiervoor had de gemeente Buurkracht en het Regionaal Energieloket ingeschakeld. We informeerden op op verschillende manieren.'
Kan je wat voorbeelden geven?
'Buurtbijeenkomsten, informatieavonden, online bijeenkomsten en enquêtes. Tijdens de eerste buurtbijeenkomst heeft de gemeente bewoners opgeroepen een meedenkteam op te richten. Ongeveer 15 enthousiaste buurtbewoners hebben zich daarvoor aangemeld en zijn afgelopen jaren betrokken geweest bij de planvorming. Daarnaast heeft het meedenkteam op eigen initiatief een Energieloket opgericht.'
Dat lijkt me als projectleider wel lekker. Dat je dus niet alle communicatie zelf hoeft uit te voeren.
'Het is wel belangrijk dat je zicht blijft houden op de manieren waarop er wordt gecommuniceerd. Maar ik geloof ook in een aanpak waar iedereen vooral kan doen waar hij goed in is. Buurkracht en het Regionaal Energieloket zijn bijvoorbeeld bedrijven die ervaring hebben met het faciliteiten en ondersteunen van buurtinitiatieven. Daarnaast hebben zij verschillende tools en producten die gemeenten niet altijd tot hun beschikking hebben om op grote schaal bewoners te bereiken en geïnformeerd te houden. Zoals buurtapps of online platforms en energieloketten. Dit haalt de drempel voor bewoners omlaag om geïnformeerd te blijven en geëngageerd te worden.'
De lezer heeft nog leestijd voor één wijze les Roozbeh.
'Dan noem ik…. Aanpak!' De gemeente Eindhoven verdeelde het proces in drie sporen:
1. Participatie
'Die liep goed vanwege de uitgebreide communicatie en participatie van betrokken inwoners.'
2. Technisch onderzoek
'Ook deze verliep goed. Er werd gebruik gemaakt een adviesbureau dat in opdracht van de gemeente en de woningcorporaties het onderzoek heeft uitgevoerd.'
3. Financiering
'Bij collectieve oplossingen, meer dan bij individuele oplossingen, zijn alle 3 trajecten even belangrijk. Belangrijk is ook bij het technische onderzoek dat je goed onderzoekt wat de voorwaarden zijn om te kunnen starten. Deze randvoorwaarden zijn cruciaal; hoe financier je dit, wat is überhaupt het aanbod voor inwoners dat ook betaalbaar is, en hoe past dit binnen de plannen in je TVW. Het spoor Financiering had betrekking op de mogelijkheid om een soort ‘Woonabonnement’ te ontwikkelen.'
Ik ben bang dat je dat woonabonnement even moet toelichten
'Geen probleem. Dat is een constructie waarbij één aanspreekpunt de eigenaar-bewoner geheel kon ontzorgen. De vermeden uitgaven van de energierekening zouden dan benut worden voor de aflossing van de eventuele lening die nodig voor de noodzakelijk ingrepen in de woning. Helaas leverde een Europese aanbesteding geen marktpartijen op die deze dienstverlening konden aanbieden. Later bleek dat zelfs een landelijke variant (gebouwgebonden financiering) niet haalbaar was. Dat was jammer.'
Maar… al met al: blij met het resultaat?
'Ik mag gerust zeggen dat ik best een beetje trots ben op het eindresultaat.'
Wil je de successen opnemen?
- Het hele team is bij elkaar en betrokken gebleven gedurende het proces. Het eigenaarschap is zo veel mogelijk belegd bij alle betrokken: eigenaar-bewoners, huurders, woningcorporaties en de netwerkbedrijven.
- Er is voldoende draagvlak voor het traject en de rollen van alle partijen zijn inmiddels goed gevuld.
- Er is een Samenwerkingsovereenkomst met de woningcorporaties. Momenteel worden er vooral no-regret maatregelen uitgevoerd. De uitvoering hiervan is vooral gerealiseerd via het Regionaal Energieloket).
- Er is door tientallen bewoners gebruik gemaakt van collectieve inkoopacties. Momenteel wordt onderzocht of de aanleg van het warmtenet binnen het door de raad beschikbaar gestelde budget uitgevoerd kan worden zodat in Q2 2022 gestart kan worden met de realisatie. Het streven is dat de eerste 359 woningen in 2023 worden aangesloten op het gemeentelijke warmtenet.
Tot slot
In Nederland willen we in veel buurten en wijken met warmtenetten aan de slag. ’De proeftuin ’t Ven-Lievendaal is nu mogelijk gemaakt dankzij een PAW-aanvraag. Om te kunnen opschalen naar de rest van de stad zijn er landelijke wetten en regels (spelregels) nodig en duidelijkheid over de verdeling van de kosten van de energietransitie. Landelijk beleid speelt een belangrijke rol in het verdelingsvraagstuk, bijvoorbeeld: komen projectrisico’s geheel voor rekening van de toekomstige warmtegebruikers en in het uiterste geval bij de gemeente die wellicht moet ingrijpen als een lokaal warmtenet failliet gaat? Of, beleggen we de risico’s via een landelijk garantiefonds? Kunnen we op die manier een aantal risico’s en kosten nationaal verdelen? Gaan we warmtenet als elektriciteit en aardgas ook reguleren? Waar kunnen gemeenten op terugvallen als een warmte-initiatief ontspoort?
Roozbeh Nikdel is projectleider PAW ’t Ven-Lievendaal sinds 2018.