Jaap Rieter is extern adviseur van de werkgroep ‘Besparing’ voor de Regionale Energie Strategie (RES) bij de Metropoolregio Eindhoven (MRE). ‘Wat je aan energie niet gebruikt, hoef je ook niet op te wekken’.
Kan je kort uitleggen wat jullie werkgroep doet en wat jouw rol hierin is?
‘Sinds 2019 is er een werkgroep ‘Besparing’ bezig met het in kaart brengen hoe mensen en bedrijven met energiebesparing omgaan, wat ze nodig hebben en waar behoefte aan is. Dit team bestond enkel uit ambtenaren die hieraan maximaal 8 uur per week mochten besteden. Al snel kwam de conclusie dat het onmogelijk was om de klus enkel met de 8 uur inzet van deze ambtenaren te klaren, omdat zij dit naast hun dagelijkse taken niet makkelijk konden invullen. Ik ben toen als externe adviseur erbij betrokken. Vanuit die rol geef ik structuur aan het programma en “jaag” ik de groep aan. Ik noem mij soms gekscherend de Sergeant-Majoor.’
Haha, Sergeant-Majoor? Is dat nodig?
‘Kijk, er moet behoorlijk wat werk verzet worden. Acties uitzetten, opvolgen en de planning aanhouden. Dat coördineren, daar had niemand echt tijd voor, maar het moet wel gebeuren. Ik doe dat met een combinatie van charme en soms een beetje extra druk. Daarnaast probeer ik met enthousiaste ambtenaren ook nieuwe projecten op te pakken die interessant zijn en tijdelijk om meer prioriteit vragen.’
Kan je een voorbeeld van zo’n project geven?
‘Er werd bijvoorbeeld meer aandacht gevraagd voor het verduurzamen van de openbare verlichting. Het is een onderwerp dat vaak tussen verschillende gemeentelijke afdelingen valt, zoals verkeer, ruimtelijke ordening en duurzaamheid. Hierdoor kreeg het vaak niet iemands uitdrukkelijke aandacht. Door informatie met elkaar te delen kunnen we ook over ‘verLEDding’ veel van elkaar leren. Ik heb toen het initiatief genomen om hiervoor een webinar te organiseren. Ik heb bij het gros van de MRE-gemeenten opgehaald wat er speelt en heb er externe sprekers met veel kennis bij betrokken. Iedere gemeente is zelf uiteindelijk de eindbeslisser over wat er in de gemeente gebeurt, wij kunnen vanuit de MRE-RES wel informeren en hopelijk inspireren. Door kennis en ervaringen te delen, in dit geval over ‘verLEDding’, inspireren wij de deelnemende ambtenaren. Zo bouw je als het ware een ‘coalition of the willing’ rond dit specifieke onderwerp.’
Hoe komen deze coalities tot stand?
‘Dat is best een uitdaging… Eerst hebben we met de werkgroep ‘Besparing’ een set van duurzame activiteiten geïdentificeerd, waar een fors aantal MRE-gemeenten aan werken. Denk aan bijvoorbeeld het informeren en helpen van burgers via het E-loket of het promoten van isolatie. Om die coalitie-thema’s te identificeren, moeten we van alle 21 gemeenten weten wat ze dit jaar op het programma hebben staan en ook budget voor hebben.
Via de subregio’s zijn de gemeenten benaderd met de vraag aan welk onderwerp zij een hoge of lagere prioriteit geven, zoals isolatie, duurzame communicatie of de inzet van een energieloket. Met de input van de 21 gemeenten krijgen we een beeld met welke gemeenten we een coalitie rond een specifiek thema kunnen vormen. De ene keer zal dit met 6 gemeentelijke ambtenaren zijn en de andere keer met alle 21 gemeenten. Ik denk dat bij ieder thema of activiteit er de mogelijkheid is om van elkaar te leren. Met een breed scala van duurzame onderwerpen en activiteiten is het onmogelijk in elke gemeente alles zelf uit te vinden of te ontwikkelen. Daarvoor is er te weinig capaciteit. Je heb elkaar dan gewoon nodig. Samen komen we verder ’.
Dan lijkt het mij lastig om de kleine groep ambtenaren enthousiast te maken en over de streep te trekken. Vooral omdat ze al zo veel dagelijkse taken ernaast hebben.
‘Dat klopt. Er zijn twee manieren om dat te stimuleren. Van onderop, dus mensen met elkaar in gesprek brengen. Soms door maar een uurtje van hun tijd te vragen en elkaar te vertellen hoe je iets hebt aangepakt en waardoor het dan gelukt is. De tweede manier is boven langs, bijvoorbeeld via het Portefeuillehoudersoverleg (POHO). De wethouders zeggen dan: ‘Hier ligt een enorme kans, maar die moeten we wel met elkaar oppakken.’
Kan je een voorbeeld van zo’n kans geven?
‘In Nederland moet iedere gemeente een routekaart maken ten behoeve van het eigen vastgoed. Hierin staat wat in elke gemeente de strategische panden zijn en wat er de komende jaren duurzaam gerenoveerd of vernieuwd moet worden. Met het opstellen van deze routekaart zag je dat dit bij verschillende gemeenten nog niet op gang kwam. Gezamenlijk met VNG hebben we toen vastgesteld dat een routekaart veel gaat opleveren als dit goed wordt aanpakt. Aan wethouders stelden we de vraag: ‘Is er voldoende budget en capaciteit voor volgend jaar opgenomen om de routekaart uit te werken?’. Via deze oproep is er in de meeste gemeenten nu meer prioriteit voor de routekaart, want alle gemeenten willen met betrekking tot verduurzaming van vastgoed toch het goede voorbeeld geven.’
“Energie besparen en je woning verduurzamen is populair en dat moeten we zo houden!”
Is De Groene Zone ook ontstaan uit een gemeentelijke samenwerking op een gedeeld thema?
‘De Groene Zone is hiervan inderdaad een mooi voorbeeld. 12 gemeenten hebben jaren geleden samen het initiatief genomen om zoveel mogelijk woningen van zonnepanelen te voorzien. Zij faciliteren en ontzorgen burgers die zonnepanelen op hun dak willen hebben. En ontzorgen die burger ook nog eens bij de financiering. Middels een gemeentelijke lening wordt het voor iedere burger mogelijk gemaakt zelf elektriciteit op te wekken.’
‘Er zijn ook al plannen voor De Groene Zone 2.0, wat zich toespitst op het isoleren van bestaande woningen. Dit is een grote uitdaging, want we willen in Nederland van het gas af en gas is op dit moment ook nog eens erg duur. Isolatie is daarom erg belangrijk, want wat je aan energie niet gebruikt, hoef je dus ook niet op te wekken. Een goed geïsoleerd huis helpt daarbij.’
Het is dus belangrijk om een goed voorbeeld neer te zetten en hopen dat anderen volgen?
‘Het gaat voor iedere bewoner vooral om handelingsperspectief. Als je eenmaal mensen in beweging hebt, worden bepaalde dingen op een gegeven moment de norm. Neem als voorbeeld PV-panelen op je dak. Zag je een jaar of vijf geleden in je buurt op enkele daken zonnepanelen liggen, tegenwoordig hebben veel bestaande woningen panelen en nieuwe woningen krijgen ze standaard op het dak. Die ontwikkeling versnelt. Dat zou hetzelfde moeten zijn bij besparen. Bij voldoende urgentie én relevantie zullen alle bewoners energie besparen in hun woning als ‘normaal’ ervaren. En met de hoge energietarieven én de interessante overheidssubsidies wordt het handelingsperspectief behoorlijk vergroot. Energie besparen en je woning verduurzamen is ‘in’ en dat moeten we zo houden!’
“Sommige mensen moet je gewoon helpen door obstakels weg te nemen”
Is het dan nog steeds lastig om bewoners mee te krijgen?
‘Je ziet dat er nu grote stappen worden gezet en bijna iedereen wel meedoet. Maar ook hier draait het weer om hulp en handelingsperspectief, dus hulp van de gemeente en de lokale energiecoöperaties is heel belangrijk. Bijvoorbeeld door het bieden van het juiste advies en een aantrekkelijke subsidie. Wil je gaan isoleren maar je moet het allemaal zelf betalen, dan is het voor veel mensen onhaalbaar. Dan gebruiken ze het geld liever voor praktische dingen of een vakantie. Stel je faciliteert hen om 30% van de kosten terug te krijgen via een landelijke subsidie als ze aan een aantal eisen voldoen, dan krijg je meer bewoners mee.’
Veel mensen worstelen dus met het financiële plaatje dat erbij komt kijken. Hoe zie jij de toekomst op dit gebied?
‘Er komen steeds meer initiatieven vanuit gemeenten en overheid. We gaan ons steeds meer voorsorteren op de energietransitie. Om bestaande woningen volledig van het gas af te krijgen blijft lastig, want je kan de meeste woningeigenaren niet vragen om ‘even’ € 40.000,- op tafel te leggen. Daarom is isoleren een hele mooie eerste stap. Je maakt de woning interessanter door een beter energielabel te krijgen, je ontvangt nu subsidie en de woning wordt comfortabeler. Sommige mensen vinden het dan nog steeds veel gedoe of weten niet hoe ze het moeten aanpakken. Hiervoor kan je met een adviseur om de tafel zitten en de mogelijkheden bespreken. Dat is een investering waar je ook weer subsidie voor krijgt. Sommige mensen moet je gewoon helpen door obstakels weg te nemen. En er zijn steeds meer mogelijkheden om je wat betreft verduurzaming te laten ontzorgen. Zoals De Groene Zone dat al jaren doet met PV en binnenkort ook met Isolatie.’