De rapportage maakt duidelijk dat de regio vasthoudt aan haar doel van 1,6 TWh duurzame opwek in 2030. De aankomende jaren staan in het teken van samen vaart maken. Tegelijk werkt de regio steeds nauwer samen rond energiebesparing en duurzame warmte én gaat vooruitblikken naar een andere samenwerking voor de opgave tot 2050.
Hoofdvraag van de rapportage is of de regio op koers ligt om dat RES bod te halen. “Het is nog te vroeg om echt harde conclusies te trekken of we het bod van 1,6 TWh halen, maar er staan er bij alle gemeenten zoveel projecten op stapel dat de regio vol overtuiging vasthoudt aan haar doel”, verklaart programmaleider Hans Slootweg. Hij vervolgt: “Het meeste werk zit tot nu toe in de voorbereiding van projecten. Dat is het onzichtbare werk achter de schermen, zoals het nader invullen van zoekgebieden voor wind en zon, inclusief alle vergunningstrajecten en MER-procedures. Dit zie je dus nu nog niet terug in gerealiseerde megawatts. Als de voorbereiding is afgerond, zal het ineens snel gaan.”
Monitoren
Uit de rapportage blijkt dat in Noordoost Brabant zon op land de hoofdrol zal gaan spelen. Voor duurzame opwek uit windenergie spelen de radarzones en aanvliegroutes een beperkende rol. Om goed in te kunnen spelen op ontwikkelingen en door te pakken op de realisatie, wordt de voortgang scherper gemonitord. “We willen daarmee ook een beter beeld krijgen van de voortgang van de andere 2 RES-doelen, namelijk energiebesparing [die moet met 11% omlaag, red.] en duurzame warmte”, aldus Slootweg. Ook wil de RES NOB de samenwerking op deze thema’s versterken met bijvoorbeeld een gezamenlijk uitvoeringsplatform.
Uitdagingen
Het grootste obstakel om de 1,6 TWh te halen, is op dit moment de verstopping van het elektriciteitsnet (netcongestie). Dat ‘CO2-neutraal’ (‘van het gas af’) leidt tot een hoger elektriciteitsverbruik (voor bedrijfsprocessen, mobiliteit, duurzame warmte) was bekend. Dit is geen probleem mits de elektriciteit duurzaam wordt opgewekt. Maar de snelheid van de elektrificatie is onverwacht hoog en netbeheerders kunnen dit tempo niet bijbenen. De uitdaging is om met zowel bedrijfsleven, overheden, maatschappelijke partners én de netbeheerders wegen te vinden om hiermee om te gaan of omheen te werken. Denk aan manieren om opwek, afname en opslag dichtbij elkaar te brengen, zoals bijvoorbeeld in energyhubs.
Woorden en cijfers
In de voortgangsrapportage is gekozen voor een combinatie van kwantitatieve informatie (data uit de eigen jaarlijkse monitor) met een kwalitatieve duiding van het verhaal achter de cijfers. Zo wordt beter zichtbaar wat er allemaal in de regio gebeurt om de doelen voor duurzame opwek, energiebesparing en duurzame warmte te realiseren.
De rapportage is opgesteld door Vinitha Siebers en Joost Schouten van RHDHV in co-creatie met het programmabureau. Het programmateam en de stuurgroep RES Noordoost Brabant zijn via werksessies nauw betrokken. Het resultaat is een compacte en vlot leesbare rapportage die snel inzicht geeft in de voortgang op dit moment. Lees de hele voortgangsrapportage hier.