Henk werkte lange tijd aan projecten op het gebied van openbare ruimte bij verschillende gemeenten dwars door het land. Later specialiseerde hij zich in de energietransitie. Met zijn ruime ervaring in de lokale energietransitie, zijn werk voor andere RES-regio’s en zijn specialisatie in nieuwe duurzame energie, voegt hij waardevolle kennis en expertise toe aan het team.
Direct na zijn start is Henk begonnen aan een kennismakingsronde langs de betrokken RES partners in de regio. Niet alleen om elkaar te leren kennen, maar vooral om inzicht te krijgen in de lokale en regionale initiatieven en de kansen voor verduurzaming van de gebouwde omgeving (forse energiebesparing en nieuwe warmtevoorzieningen).
"Ik wil inzicht krijgen in waar de gemeenten staan, ideeën vinden en verzamelen op het gebied van vooral reductie van aardgasgebruik en ontdekken waar zij mogelijkheden voor samenwerking zien," vertelt hij.
Krachten bundelen
Hoewel Henk ruim de pensioendatum is gepasseerd, zit hij boordevol persoonlijke energie en heeft hij nog niet de intentie om te stoppen met dit werk. Hij ziet volop kansen om de vaak jonge samenwerking binnen de regio te versterken, krachten te bundelen en gezamenlijk beweging te creëren. "We hoeven het wiel niet steeds opnieuw uit te vinden," zegt hij. "Het draait om slim samenwerken, het gesprek aangaan en gezamenlijke initiatieven ontplooien. Een kleine verandering kan, als (bijna) iedereen meedoet, uitgroeien tot iets groots voor een uiteindelijk koolstofarme leefomgeving."
Het ‘bio-oliemannetje’
In zijn nieuwe rol als warmtecoördinator ziet Henk zichzelf vooral als een aanjager binnen de regio. Ik wil de programma’s van het Rijk - Versnelling Verduurzaming Gebouwde Omgeving en het Nationaal Isolatieprogramma – en die van de provincie Noord-Brabant, nog veel meer onder de aandacht brengen bij gemeenten en de andere partners. "Mijn rol? Ik ben het bio-oliemannetje," zegt hij lachend. "Ik daag alle publieke en private betrokkenen uit en enthousiasmeer ze. Alleen door samen te werken, kunnen we echt verschil maken op de Route 2030, 2040 en door naar 2050."