1. Bron
Zie
https://envir-advocaten.com/nl/nieuws/juridisering-van-draagvlak-en-participatie/
2. Relevante bepaling
“Op donderdag 19 maart jl. heeft de gemeenteraad van Laarbeek besloten om een voorkeursrecht te vestigen op 142 percelen binnen haar gemeente. Het vestigen van een voorkeursrecht op gronden is een manier voor een gemeente om controle te houden over de ontwikkelingen daarop en specifieke belangen te borgen. Een gemeente kan op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten een voorkeursrecht vestigen op gronden waaraan een nieuwe, niet-agrarische, bestemming is toegedacht en waarvan het bestaande gebruik afwijkt van het toegedachte gebruik. Als de gemeente een voorkeursrecht vestigt op een perceel, dan kan de eigenaar het perceel niet zomaar verkopen of rechten erop vestigen, zoals het recht van opstal. Als de eigenaar zoiets van plan is, dan moet het perceel eerst aan de gemeente worden aangeboden. Enkel als de gemeente het aanbod afwijst, kan de eigenaar verder met zijn voornemen.
[…]
Door het opleggen van een voorkeursrecht vanwege de toekomstige aanduiding van de gronden als mogelijk zoekgebied voor windturbines rijst de vraag of de gemeente Laarbeek hier geen schaarste heeft gecreëerd, nu zowel fysiek als beleidsmatig de ruimte voor de realisatie van een windpark is beperkt.”
“Participatie gaat onder de Omgevingswet een prominentere rol krijgen: bij wet wordt vastgelegd hoe bij verschillende besluiten moet worden omgegaan met participatie. De Omgevingswet verstaat onder participatie het in een vroegtijdig stadium betrekken van belanghebbenden bij het proces van de besluitvorming over een project of activiteit. Het doel hiervan is om de kwaliteit en snelheid van de besluitvorming te bevorderen en hopelijk ook meer draagvlak voor het te nemen besluit te krijgen. In andere woorden: door participatie ontstaat minder weerstand tegen het genomen besluit en komen daardoor minder procedures tegen dit besluit. Of dit streven haalbaar is, zal afhangen van hetgeen met de participatie wordt gedaan. Uiteindelijk kunnen veel mensen inspraak willen leveren op een mogelijke ontwikkeling zoals een wind- of zonnepark, maar het is een utopie te verwachten alle inspraak, en dus alle wensen, in te willigen. En een deel van die vertaalslag van inspraak naar project zal naar alle waarschijnlijkheid betrekking hebben op financiële participatie van de omgeving. Om de mogelijkheden voor financiële participatie voor de omgeving te borgen en eventueel af te dwingen zullen overheden ook onder de Omgevingswet nog nadere kaders moeten blijven stellen. Daarbij moet er wel voor gewaakt worden dat de omvang van de financiële bijdrage uiteindelijk doorslaggevend gaat zijn voor een project. Vooral als ruimte voor nieuwe projecten steeds schaarser wordt, moet oog blijven voor de totale weging aan belangen. De effecten van een project kunnen immers niet opeens aanvaardbaar worden doordat er een grotere zak geld beschikbaar komt.”
3. Algemeen
-