1. Bron
Zie https://www.regionale-energiestrategie.nl/PageByID.aspx?sectionID=201897&forcedownload=true&contentPageID=1635756
2. Relevante bepaling:
“4.4.3 LOKAAL EIGENDOM
De meest verregaande vorm van financiële participatie is lokaal eigendom. De lokale omgeving bezit in dit geval een deel van het project. Er zijn geen landelijke afspraken over waar de lokale omgeving ophoudt. Per project kunnen afspraken worden gemaakt. Lokaal eigendom van duurzame energieprojecten onderscheidt zich van duurzame energieprojecten die in eigendom zijn van één of enkele initiatiefnemer(s), waarbij de lokale omgeving slechts in beperkte mate betrokken is en de voordelen ervaart. Het bevoegd gezag beoordeelt uiteindelijk of het proces goed doorlopen is en of de omgeving voldoende betrokken is. Er zijn verschillende manieren om lokaal eigendom vorm te geven bij nieuwe duurzame energieprojecten, deze worden besproken in Hoofdstuk 5.”
“5.1.2 LOKAAL EIGENDOM EN RUIMTE
Lokale betrokkenheid, zeggenschap en eigendom van de energieopwekking en opslag kunnen een factor van betekenis vormen in de Groningse energietransitie. Juist ook omdat lokaal eigendom de beste garantie is om de revenuen van energieopwekking in de samenleving te houden. In bijlage 6 is een korte verkenning opgenomen naar de kansen en de (ruimtelijke) impact van de energietransitie op lokale schaal. De conclusie is dat het specifieke bebouwings- en bewoningspatroon van de provincie Groningen mogelijkheden biedt om lokaal in de energiebehoefte te voorzien. Op de erven en in en rond de dorpen is met zon op grote daken, erfturbines en evt. kleine zonnevelden of een dorpsmolen, passend in het landschap en bij de schaal van de bebouwing, een overproductie aan elektriciteit mogelijk (zie paragraaf 4.1.2 Het Groningse Bewoningspatroon). Uitgangspunt van deze verkenning is dat lokale opwek ruimtelijk moet passen bij het schaalniveau van het erf, buurtschappen, dorp of grotere plaats en de zeggenschap erover bij bewoners en energiecoöperaties berust.”
“5.4 PARTICIPATIE EN LOKAAL EIGENDOM
Er zijn verschillende manieren om lokaal eigendom vorm te geven bij nieuwe, duurzame energieprojecten. De afgelopen periode zijn drie ontwikkelingen in de regio Groningen verkend. De drie ontwikkelingen worden hieronder kort besproken, in bijlage 7 is een nadere toelichting opgenomen. Uit de consultatie van raden en Staten komt naar voren dat er behoefte is aan een goed overzicht van de mogelijkheden op het gebied van participatie bij en lokaal eigendom van nieuwe duurzame energieprojecten. In de RES1.0 worden de drie onderstaande ontwikkelingen daarom verder onderzocht, waarbij onder andere wordt gekeken naar de juridische en financiële aspecten. In bijlage 7 zijn de verschillende varianten nader toegelicht.
5.4.1 ONTWIKKELING IN GEMEENTELIJK BEHEER
De gemeente Groningen onderzoekt momenteel samen met de Rijksuniversiteit Groningen hoe de opbrengsten van duurzame energieprojecten op gronden die in het bezit zijn van de gemeente ten goede kunnen komen aan iedere inwoner van de gemeente, niet alleen aan de mensen die geïnvesteerd hebben in het project. Zo wordt er gekeken naar de mogelijkheden om duurzame energieprojecten te ontwikkelen en te exploiteren, waarbij de revenuen kunnen worden geïnvesteerd in andere duurzame energievoorzieningen in de gemeente.
5.4.2 MINIMAAL 50 PROCENT LOKAAL EIGENDOM
Zoals genoemd in hoofdstuk 4 zijn er verschillende manieren waarop de omgeving financieel kan participeren in energieprojecten. Lokaal eigendom is een verregaande vorm van financiële participatie: de lokale omgeving heeft zeggenschap over, profiteert van duurzame energieprojecten en draagt de bijbehorende financiële risico's. De lokale omgeving kan ook kiezen voor andere vormen van financiële participatie, bijvoorbeeld het inzetten van de opbrengsten via een omgevingsfonds of obligaties. Uitgangspunt is dat iedereen in de omgeving hieraan kan meedoen ongeacht de persoonlijke financiële situatie. Afspraken met de omgeving worden vastgelegd in een omgevingsovereenkomst.
5.4.3 LOKAAL EIGENDOM IN COMBINATIE MET GEBIEDSFONDS
De gemeente Westerwolde heeft recent beleid vastgesteld om invulling te geven aan 50 procent lokaal eigendom van zonneparken. Als er geen of minder sprake is van lokaal eigendom dan 50 procent en de initiatiefnemer kan goed uitleggen waarom dit niet gehaald is, dan geldt een financiële compensatie middels een bijdrage aan het gebiedsfonds. Middelen uit het gebiedsfonds komen ten goede aan de nabije omgeving van het project. Deze bijdrage aan het gebiedsfonds is hoger dan gebruikelijk in de branche. Voor de bijdrage geldt een staffel: hoe groter het vermogen van het zonnepark, des te groter de bijdrage. Momenteel wordt door de gemeente Westerwolde uitgezocht hoe het gebiedsfonds ingericht kan worden.”
“5.5 OP WEG NAAR RES 1.0
[…]
Ten aanzien van maatschappelijke betrokkenheid bij en lokaal eigendom van nieuwe, duurzame energieprojecten wordt in de aanloop naar RES1.0 een verdiepingsslag gemaakt op de kennis die nu reeds voorhanden is. Hierbij wordt gekeken naar duurzame energieprojecten waarin wordt gestreefd naar meer maatschappelijke betrokkenheid en lokaal eigendom. Hierbij wordt intensief samengewerkt met stakeholders uit de brede stuurgroep van RES Groningen.
We zullen hierbij de volgende punten uitwerken:
- Hoe procesparticipatie, financiële participatie en lokaal eigendom in Groningen bij nieuwe duurzame energieprojecten kan worden ingevuld, zodat er meer draagvlak ontstaat voor deze energieprojecten;
- Wat belangrijke belemmeringen zijn voor het realiseren van minimaal 50% lokaal eigendom, de mogelijke oplossingen en de bijbehorende risico’s. In de uitwerking is er aandacht voor zowel de juridische als financiële aspecten.”
3. Algemeen
Uit deze RES blijkt dat de regio al veel handelingsperspectief ziet aangaande de uitwerking van het streven en de weg naar de RES 1.0 gebruikt om reeds gekozen en/of toekomstige mogelijkheden om lokaal eigendom te borgen te valideren.
4. Aanbevelingen voor verdere kennisname
-