1. Bron
Deel A
Zie https://www.resrotterdamdenhaag.nl/wp-content/uploads/2020/04/Concept-Deel-A-Energiestrategie-Regio-Rotterdam-Den-Haag.pdf
Deel B
Zie https://www.resrotterdamdenhaag.nl/wp-content/uploads/2020/04/Concept-Deel-B-Energiestrategie-Regio-Rotterdam-Den-Haag.pdf
2. Relevante bepaling:
Deel A
“Elektriciteit
Het proces naar de RES 1.0 is intensief, met als doel de kwantitatieve inzet (zoals opgenomen in hoofdstuk 2) verder te specificeren. Dit vergt een aanpak die actiegericht is en partijen enthousiasmeert om samen te werken en concrete afspraken te maken. Deze afspraken kunnen betrekking hebben op het bieden van ruimte of op het stroomlijnen van
processen. Maar ook bij het bepalen van de wijze waarop wordt omgegaan met lokaal eigendom en omgevingsbetrokkenheid kan samenwerking winst opleveren, net zoals bij de zoektocht naar het slim verbinden van opgaven. Tot slot kan het delen van capaciteit, om zo de proceskosten te beperken, voordelig zijn.”
“Lokaal draagvlak en eigendom zijn belangrijke randvoorwaarden voor de realisatie van projecten.”
Deel B
“1.2.5.1 Beleid en wet- en regelgeving
Lokaal
[…]
Tot slot moeten, aldus het Klimaatakkoord, lokale energiecoöperaties bij de duurzame energieprojecten 50% eigendom krijgen. Dit is daarmee een belangrijke randvoorwaarde, waaraan moet worden voldaan bij zowel het ontwerp als bij de realisatie. Tegelijkertijd is dit onderwerp relatief nieuw en vraagt het om kennisontwikkeling en -uitwisseling.”
“1.2.5.2 Maatschappelijke principes
Participatie is dus een belangrijke randvoorwaarde. Hierbij vallen twee typen participatie te onderscheiden. Procesparticipatie is de wijze waarop belanghebbenden/stakeholders worden betrokken bij het proces om te komen tot realisatie van windenergie op een specifieke locatie. Intensieve afstemming met bewoners, bedrijven en instanties is gemeengoed geworden. Sterker, het is van essentieel belang om alle betrokkenen (ook in het voortraject) bij de beoogde ontwikkeling te betrekken: grondeigenaren, rijksoverheden, beslissingsbevoegde instanties en bewoners. Financiële participatie behelst een pallet aan instrumenten om een financiële prikkel te geven, zodat de realisatie van windenergie aantrekkelijker en haalbaarder wordt voor belanghebbenden/stakeholders.
Het inschakelen van lokale corporaties is een voorbeeld van participatie. Acceptatie van projecten is vaak eenvoudiger als leden van een coöperatie kunnen participeren, zowel financieel als (soms) organisatorisch.
Om deze reden staat in het Klimaatakkoord dat bij toekomstige ontwikkelingen tenminste 50% lokaal eigendom gewenst is. De participatiecoalitie heeft meegewerkt aan de concept RES en daarbij aangegeven waar in de RES-regio samenwerkingsverbanden van lokale initiatieven zijn ontstaan.
De samenwerkingsgerichtheid is groot, zie hiervoor de bijlage ‘Initiatieven van energiecoöperaties en andere samenwerkingsvormen’. De behoefte aan kennis in de vorm van het opzetten van professionele, lokale masterclasses op het gebied van energiecoöperaties in onze regio is groot.
Men wil graag leren van elkaars goede voorbeelden. Het opzetten van masterclasses is inmiddels in voorbereiding. Sowieso is overdracht van kennis over goede voorbeelden en subregionale afstemming effectief.”
3. Algemeen
-
4. Aanbevelingen voor verdere kennisname
-