De negen gemeenten in dit gebied en andere overheden beslissen over het zogenoemde REKS-bod waaraan ook de coöperaties hebben bijgedragen: hoe en waar valt in deze regio energie te besparen en kan elektriciteit en warmte duurzaam worden opgewekt. Als vervolgens ook de rijksoverheid daar haar zegen aan geeft, kunnen de woorden in het bod worden omgezet in daden.
Jan-Willem Revet heeft zin om hiermee aan de slag te gaan. Als voorzitter van het overleg tussen de veertien Midden-Brabantse energiecoöperaties weet hij dat samenwerking op lokaal niveau mooie initiatieven oplevert. Zo is Revet ook directeur van Spinderwind, een park met vier windmolens bij stortplaats de Spinder in Tilburg-Noord. Elf regionale energiecoöperaties werkten voor de realisatie ervan samen met het provinciale Energiefonds Brabant (inmiddels BOM Renewable Energy).
Invloed uitoefenen
“De gemeente Tilburg vroeg de coöperaties of zij het deel burgerparticipatie voor hun rekening wilden nemen. Wij hebben daar toen mee ingestemd, op voorwaarde dat we voor een deel eigenaar van het park zouden worden. We willen invloed kunnen uitoefenen. Dat is gelukt: 50 procent is eigendom van de burger in Hart van Brabant.” De ‘stem van de klant’ vertegenwoordigen, dat is in dit soort projecten belangrijk. Volgens de 56-jarige Tilburger kan dit uitstekend lokaal worden georganiseerd.
De aanpak van de energietransitie in Nederland is bij dertig regio’s neergelegd, waarvan vier in Brabant. Revet: “Wij hadden net het windpark Spinderwind ontwikkeld en zagen kansen. Met z’n veertienen willen we een aanbod doen aan de regio Hart van Brabant, om zo de burgerbetrokkenheid en het mede-eigendom in goede banen te leiden.”
Coöperatie ideale vorm
Coöperaties zijn volgens hem ideaal om de klimaatdoelstellingen te behalen. Juridisch gezien zijn ze een volwaardige gesprekspartner en daarmee krijgen ze een plek aan de beslistafel. In tegenstelling tot een vereniging mogen ze bovendien bedrijfsmatig opereren. Zeker als ze in gezamenlijkheid opereren, krijgen ze financieel slagkracht én vormen ze een bron van uitwisselbare kennis en kunde. Revet: “Wij zijn ook niet gebonden aan politieke dogma’s. We hebben dezelfde duurzaamheidsdoelstellingen en komen daardoor efficiënter tot besluitvorming.”
Daarnaast kunnen ze als geen ander actief participeren in de opgaven die er op lokaal gebied liggen. “Het DNA van een dorp is anders dan dat van een stad. Als iemand uit Rotterdam jou in Hilvarenbeek gaat vertellen dat je moet investeren in zonnepanelen, komt zo’n verhaal lastiger over. Om die lokale gevoelens te bundelen en jezelf een stem te geven bij het verwezenlijken van grote opgaven, heeft het zin om je te verenigen.”
Iedereen kan meedoen
Het lidmaatschap van een energiecoöperatie moet laagdrempelig zijn, betoogt Revet. Maar er zijn meerdere wegen naar Rome om te zorgen dat iedereen mee kan doen. “Met het rendement uit een grootschalige energieopwekking zoals het windpark Spinderwind, kun je als coöperatie iets betekenen voor een wijk met slecht geïsoleerde koopwoningen. Voor mensen die eigenlijk geen geld hebben om hierin te investeren en daar ook niet mee te koop lopen. Een lokale coöperatie kent zo’n buurt en de bewoners.” Al staat of valt het succes met de interesse die zij uiteindelijk tonen, realiseert hij zich.
Revet kent de weerstand tegen zonneparken en windmolens. Horizonvervuiling, slagschaduw en geluidsoverlast worden daarbij als voornaamste bezwaren genoemd. Hij gaat de discussie met tegenstanders niet uit de weg en heeft nog niemand gesproken die per definitie tegen duurzame energie is. “Maar we moeten in een klein land als Nederland wel keuzes maken. Het is heel makkelijk om te roepen dat je het lelijk vindt en elders maar dient op te lossen. Zolang wij behoefte hebben aan stroom, moeten we er tegelijk voor kiezen om daarin lokaal te voorzien.”
Draagvlak belangrijk
Draagvlak creëren is in de ogen van de Tilburger absoluut noodzakelijk om de energietransitie tot een succes te maken. “We moeten nu met de REKS snel gaan uiteggen wat onze plannen zijn. Ik hoop ook dat we daarvoor weer mensen in zaaltjes bij elkaar kunnen krijgen, samen met de coöperaties, gemeenten en de natuur- en milieubewegingen. Dan kunnen de verschillende standpunten belicht worden, maar wel met het centrale doel dat we de duurzaamheidsopgaven met elkaar zullen moeten fixen.”
Een manier om de slagkracht van lokale energiecoöperaties te vergroten, is de oprichting dezer dagen van de Coöperatie Burgerparticipatie REKS Hart van Brabant. Geen overkoepelend, maar een ‘onderkoepelend’ orgaan, om de zelfbeschikking van de veertien aangesloten energiecoöperaties te onderstrepen. Beoogd voorzitter Revet: “Het onderkoepelend orgaan wil de kennis die bij eerder gerealiseerde projecten is opgedaan, centraal beschikbaar stellen aan de regio.”
Bewustwording
Met dit initiatief willen de coöperaties mede laten zien dat het lokaal eigendom van kleinschalige duurzame energieprojecten door regionale samenwerking gerealiseerd kan worden. Waar het de initiatieven voor grootschalige energieopwekking in het REKS-bod betreft, proberen ze zoveel mogelijk burgers en bedrijven te betrekken. Voor grote ondernemingen is dat vaak geen probleem. “Maar hoe doe je dat als loodgietersbedrijf? Als je wat meer wilt doen dan zonnepanelen en een contractje voor duurzaam opgewekte stroom, kun je de samenwerking zoeken met een energiecoöperatie. Om bijvoorbeeld een plan te maken voor de promotie van gasloos wonen, in combinatie met de installatie van een warmtepomp”, aldus Revet, zelf eigenaar van een bouwadviesbureau.
Eveneens belangrijk is de bewustwording bij bedrijven en organisaties dat de energietransitie een compleet nieuwe industrie met zich meebrengt, inclusief werkgelegenheid. Scholing op het gebied van duurzaamheid begint wat de Tilburger betreft al in het basisonderwijs. Hij ziet daarbij een rol weggelegd voor de energiecoöperaties: “We kunnen actieve leden vragen om op scholen iets te vertellen over onze windmolens en zonneparken.” Op dit moment is het volgens hem nog een behoorlijke opgave om jongeren bij dit verhaal te betrekken.
Profiteren van elkaars kennis
Met de provincie Noord-Brabant zou Revet graag samen optrekken om het belang te promoten van burgerparticipatie via een energiecoöperatie.
Gebruikmaken van elkaars kennis, kunde en relaties; ‘Hart van Brabant’ doet dat al in een regionaal overleg met energiecoöperaties uit West- en Oost-Brabant. Maar ook buiten de provinciegrenzen. “We hebben allemaal hetzelfde, niet politiek gedreven doel: duurzaamheid. Daar heeft iedereen baat bij.” Alleen - Revet wil het nogmaals gezegd hebben – moet het lokale DNA gewaarborgd blijven. “In mijn ogen zit niemand te wachten op een overkoepelend orgaan, dat mensen het gevoel geeft geen controle te hebben. Profiteren van elkaars kennis is juist de grote kracht van de burgerbeweging.”