Submenu

Recycling zonnepanelen neemt na 2030 exponentieel toe

Dominique Proksch 02-02-2022 748 keer bekeken {0} reacties

Nederland telde in 2015 400.000 huizen met zonnepanelen, vorig jaar anderhalf miljoen. In 2021 zijn er bovendien zo’n tien miljoen panelen aangeleverd. Goed voor de energietransitie en het Klimaatakkoord, zou je zeggen.

Maar het betekent ook dat er na 2030 een gigantische stroom aan afgedankte zonnepanelen komt. Terwijl de recycling daarvan nu nog in de kinderschoenen staat. Aan oplossingen wordt hard gewerkt. Zorgt een Brabantse innovatie voor een doorbraak?

Ambitieus. Zo mag je de doelstelling van de Rijksoverheid gerust noemen, om 65 procent van de afgedankte elektr(on)ische apparatuur in te zamelen en te recyclen. Met het oog hierop is in maart vorig jaar de Stichting Organisatie Producentenverantwoordelijkheid E-waste Nederland (OPEN) gestart. Die geeft namens alle producenten van elektrische apparaten in Nederland invulling aan de genoemde wettelijke verantwoordelijkheid. Nederlandse producenten en importeurs van zonnepanelen zijn verplicht om de producten te rapporteren die zij nieuw op de markt brengen. Tevens moeten zij zorgen voor inname en recycling van apparaten die worden afgedankt.

Nu nog vaak in de shredder

Zijn hun producten – ook wel Photo Voltaic (PV)-panelen genoemd – interessant om te recyclen? Met de huidige hoeveelheden waarin afgewerkte exemplaren van de daken komen, nog niet. Dat zegt René Eijsbouts, adviseur strategie van Stichting OPEN. “Afgelopen jaar is voor ongeveer 200.000 ton aan nieuwe zonnepanelen in de markt gezet. Die komen dus pas na 2040 retour. In 2021 kregen we 300 ton terug, bijna ‘niks’ dus. Voor hoogwaardige verwerking is een uitgebreide installatie nodig om panelen netjes uit elkaar te kunnen halen. Hiervoor is een voldoende aanbod aan afgedankte panelen nodig. Met het huidige volume staat zo’n installatie het grootste deel van het jaar stil.”

René Eijsbouts, adviseur strategie van Stichting OPEN

En dus verdwijnen ze nu nog vaak in de shredder waarna de verwerkte panelen als zandvervanger worden ingezet, een laagwaardige vorm van hergebruik. Grondstoffen gaan hierbij verloren. In theorie zijn alle onderdelen recyclebaar, aldus Gerard de Leede, chief technology officer bij Solarge, een Eindhovense ontwikkelaar van zonnepanelen. “In de praktijk niet, omdat de kosten voor een goede scheiding van de bestanddelen veel te hoog zijn. Een traditioneel paneel bestaat uit glas, aluminium en kunststoffen, de zonnecellen zelf uit silicium, zilver, aluminium, koper en tin. Die moeten volledig uit elkaar kunnen om hoge zuiverheden in de recycling te behalen.”

Gerard de Leede, chief technology officer bij Solarge

Daar wringt de schoen. De onderdelen zijn vakkundig aan elkaar vastgelijmd. Eijsbouts licht toe: “Achter de glasplaat zit een lijmlaag van ethyleenvinylacetaat (EVA) die bestand is tegen UV-straling en water. Dan een ultradun laagje silicium en weer een deel EVA, plus een backsheet van sterke folie. Dit wordt in een mal verhit tot een paar honderd graden.”

Zie daar maar eens het uiterst breekbare silicium uit te halen, dat bovendien zwaar verontreinigd is door de lijmlaag. Voor een kostbare installatie die dit rendabel voor elkaar krijgt, zijn zoals gezegd veel grotere volumes nodig. Makkelijk te demonteren circulaire panelen zijn nog lang geen gemeengoed. De komende jaren zullen dus de ‘oude’, moeilijke panelen verwerkt moeten worden, met alle ongemakken van dien.

Nationaal Grondstoffenakkoord

Silicium in zeer zuivere vorm wordt voor een groot deel in China geproduceerd. Niet voor niets is dat land een belangrijke leverancier van zonnepanelen. Hoe houden we dit soort kostbare grondstoffen in eigen huis? De provincie Noord-Brabant ondertekende in 2017 het Nationaal Grondstoffenakkoord. Daarin is onder meer afgesproken om in 2030 minimaal 50 procent minder primaire grondstoffen te gebruiken, zoals metaal. Doel is een circulaire economie in 2050, waarin de kringlopen van grondstoffen gesloten zijn. De provincie steunt en stimuleert initiatieven die hieraan bijdragen.

“Design for circularity begint een thema te worden. Daar hebben wij op ingespeeld”, geeft De Leede van Solarge aan. Het bedrijf ontwikkelt samen met chemieconcern Sabic zonnepanelen die voor 100 procent recyclebaar zijn. Zonder het achterste van zijn tong te laten zien, legt hij uit: “We verwarmen een gebruikt paneel. Daarmee kunnen we de zonnecellen losmaken van de kunststof achterkant en voorzijde, zonder dat cellen barsten. Daarin zit wat zilver en het silicium dat eruit komt, is hoogzuiver.” Volgens hem is het met een kleine, niet-energieverslindende stap geschikt te maken voor hergebruik in zonnecellen.

Eijsbouts van de Stichting OPEN is enthousiast over de vinding van Solarge: “Zo sluit je de keten in Europa, haal je de productie terug naar hier en blijven de grondstoffen waar ze thuishoren.” Beide partijen gaan in maart naar laboratorium ROSI in het Franse Grenoble. “Dat heeft ons paneel al ‘onvervuild’ uit elkaar gekregen”, schetst De Leede. “Nu is de vraag hoe je dit proces kunt opschalen.” ROSI wil een fabriek bouwen en Solarge is dat eind dit jaar ook van plan, om zijn panelen in hoge volumes te produceren.

Langetermijnvisie is nodig

Stichting OPEN gaat ervan uit dat er jaarlijks tien miljoen PV-panelen bij blijven komen. Ooit worden die afgedankt. Vanwege hun levensduur van zo’n 25 jaar, verwacht Eijsbouts dat er vóór 2030 weinig gebeurt. Daarna zou de recycling weleens exponentieel kunnen groeien. “Vorig jaar kwamen er 15.000 panelen terug. De verwachting is dat er dit in 2030 zo’n 500.000 zijn.”

Een dreigend milieuprobleem? “Alleen als we dit niet goed oplossen met elkaar. Er zijn verschillende haalbare technische oplossingen in ontwikkeling die het grote volume straks aankunnen. Belangrijker is om ook de financiering te regelen, zodat bij de aanschaf van nieuwe panelen geld wordt gereserveerd voor de toekomstige verwerking.”

Eijsbouts schetst de langetermijnvisie: “We moeten goed timen wanneer we de verwerkingscapaciteit vergroten. Ik denk zelf rond 2030.” Voor de financiering hiervan gaf de oprichting van Stichting OPEN vorig jaar een eerste aanzet. Inmiddels zijn 3.360 producenten en importeurs van elektr(on)ische apparatuur hierbij aangesloten. Die van zonnepanelen zijn echter niet allemaal in beeld. Dat bemoeilijkt het innen van producentenbijdrages, geeft hij aan.

“Voor zaken als wasmachines is dit goed geregeld. Producenten leveren aan (internet)retailers, die lijnen zijn bekend. De gekkigheid met zonnepanelen is dat er veel aanleverende partijen zijn. Daarnaast is er een parallelle import via installatiebedrijven. Het deel daarvan dat via de groothandel loopt, hebben we in beeld. Maar je kunt ze ook bij Alibaba in China per container bestellen. Op die volumes hebben wij geen zicht en daardoor lopen we producentenbijdrages mis. Al weten veel installatiebedrijven niet eens dat ze importeur, en daarmee voor de wet producent zijn.”

Rol voor lokale overheden

Lokale overheden kunnen volgens Eijsbouts nagaan of een leverancier is aangesloten bij de Stichting OPEN. Dan is bekend wat er op de markt wordt gezet en wordt ook het tarief betaald. “Ook hun milieustraten krijgen sporadisch zonnepanelen aangeboden. Wij hebben geregeld dat die vanzelf worden doorgeleid naar onze sorteerlocaties. In Brabant gebeurt dat bijvoorbeeld in Den Bosch, Roosendaal en Helmond.” Door e-waste aan te bieden aan Stichting OPEN, voldoet een gemeente volledig aan de wettelijke (Europese) verplichtingen, verzekert hij.

In de Week van de Circulaire Economie, van 7 tot en met 12 februari, zijn er een ochtend-talkshow over circulaire zonnepanelen, een webinar over de toegevoegde waarde van PV-panelen en een webinar over circulaire zonneparken.

Over Energiewerkplaats Brabant

De energiewerkplaats is een platform voor professionals betrokken bij de energietransitie in Noord-Brabant. Niet alleen op provinciaal niveau, maar ook op regionaal en lokaal niveau. Een platform om samen te werken, elkaar te vinden en van elkaar te leren.

 Volg ons op LinkedIn
 Inschrijven nieuwsbrief

 
Cookie-instellingen