Eerst even terug naar 2011: de regio West-Brabant biedt de provincie aan om jaarlijks 200 megawatt aan windenergie op te wekken, waarvan de helft langs de rijksweg A16. Bovendien wordt gespeeld met de gedachte om de lokale gemeenschap te laten delen in de opbrengst.
“In het Energieakkoord uit 2013 hebben provincies zich verplicht een bepaald aantal megawatts aan windenergie op te wekken. Voor Brabant was dat 470,5 MW”, weet Erik Bruggink, projectleider duurzame energie bij provincie Noord-Brabant.
‘Heel grote stappen’
“Op 1 december 2015 sloot de provincie een convenant met de A16-gemeenten Breda, Drimmelen, Moerdijk en Zundert voor de levering van 100 megawatt. De provincie zou het ruimtelijke proces doen (ze maakte onder meer een ‘inpassingsplan’, red.) en de gemeenten de lokale participatie.” Dus, meedoen in het planproces en voor 25 procent meedelen in de revenuen van de windmolens.
Van de beoogde 28 windturbines langs de A16 staan er in de vier gemeenten ondertussen 26. Die zijn voor een kwart lokaal eigendom. Acht staan er op het grondgebied van Drimmelen. “Ze draaien al”, aldus een trotse Jürgen Vissers, wethouder voor de energietransitie in deze gemeente. “Hiermee zetten we heel grote stappen binnen ons aandeel in de opwek van duurzame energie.”
‘Bewoners bewegen mee’
En toch werd het volgens hem soms nog weleens spannend. “Toen bekend werd dat er relatief veel molens in Drimmelen kwamen, leidde dat echt wel tot discussies, ook met de buurgemeenten. Maar uiteindelijk hebben we elkaar steeds weten te vinden in dit verhaal.”
Vissers noemt het voorbeeld van Binnen-Moerdijk: “De bewoners daar hebben gedacht: wij kunnen wel gaan vechten tegen die windmolens, maar ze komen er toch. Dan kunnen we beter meebewegen en zorgen dat er voor ons wat uit te halen is. Met opbrengsten van de molens zijn in Binnen-Moerdijk zonnepanelen geplaatst en woningen verduurzaamd.” In de vier gemeenten komen in totaal 160 omwonenden in aanmerking voor deze ‘burenregeling’.
De regie in eigen hand nemen, dat was volgens de wethouder ook de drijfveer van de vier A16-gemeenten. Liever zelf nadenken over hoeveel windmolens op welke plekken moeten komen en over de inrichting van deze locaties. Niet afwachten tot ontwikkelaars met locaties komen. Als individuele gemeente, met 28.000 inwoners, had Drimmelen dat nooit voor elkaar gekregen, is zijn overtuiging.
‘De lasten, maar ook de lusten’
Hij roemt ook de ‘massa’ die de provincie met zich meebrengt in dit project. “Wij hebben inderdaad veel ervaring met ruimtelijke trajecten en ook met de weerstand daartegen”, beaamt projectleider Bruggink. “En omdat de provincie financieel wat ruimer in het jasje zit dan de gemiddelde gemeente, kunnen we bijvoorbeeld goede bureaus inhuren.”
Voor hem is Energie A16 een voorbeeldproject als het gaat om bijdragen als (lokale) overheid aan de afspraken in akkoorden over duurzame energie. Maar het meest belangrijke vindt hij dat deze vier gemeenten een kader hebben vastgesteld voor lokale participatie.
Bruggink: “Dat hun burgers niet alleen de lasten ervaren, maar ook de lusten.” In het West-Brabantse initiatief vloeit nu inderdaad 25% van de financiële opbrengsten van de windmolens naar de gemeenschap in de vorm van energietransitie-trajecten.
Geluidsonderzoek en -app
Voor de provincie nadert nu langzaam de voltooiing van dit initiatief. Wel waarborgt ze de komende drie jaar het toezicht en de handhaving van eventuele overlast door de windmolens. Er wordt ook nog een geluidsonderzoek gehouden op tien plaatsen langs de snelweg. Tevens houdt de provincie een geluidsapp in werking waarop bewoners hun beleving van het windmolengeluid kunnen geven.
Hoewel er dus al energietransitieprojecten mee bekostigd zijn, is het de bedoeling dat de middelen uit de turbines pas over enkele jaren vrijkomen. “Wij hebben daarvoor de stichting Energie Transitie Drimmelen opgezet”, legt wethouder Vissers uit. “Die moet bepalen hoe we die middelen uitgeven. Twee belangrijke pijlers daarbij zijn zon op dak (zonnepanelen, red.) en besparen en isoleren.”
Bewonersreis naar verduurzaming
Wie zich al langere tijd bezighoudt met de vraag hoe de lokale gemeenschappen nou van dit soort projecten kunnen profiteren, is Joris van Boxtel. Hij is projectleider van Slimme Stappen, een deelproject van Energie A16.
Er waren aanvankelijk grootse plannen om eigenaren volledig te ontzorgen bij de verduurzaming van hun woningen. Ook bekeek hij de opzet van projecten voor de lokale gemeenschap.
Die plannen liepen spaak, onder meer door juridische en fiscale belemmeringen. Vervolgens is de focus gelegd op het uitwerken en organiseren van het proces om zoveel mogelijk woningeigenaren te ondersteunen bij het zetten van (slimme) stappen thuis.
“De bewonersreis”, heet die volgens Van Boxtel. Het is een proces dat de bewoner doorloopt bij het duurzaam maken van het huis, met onafhankelijke begeleiding ('de bondgenoot'). De gemeente heeft daarbij de regie in handen en speelt sowieso een cruciale rol. Voor deze bewonersreis is er een toolbox samengesteld. Deze toolbox helpt gemeenten bij het organiseren van zo'n bewonersreis.
Bekijk de toolbox hier
‘Vroeg energiesysteem bepalen’
“Gemeenten gaan nu aan de slag met wijkuitvoeringsplannen. Ze zullen vroeg in dat traject duidelijk moeten maken wat in een bepaalde wijk het energiesysteem wordt. Pas dan kun je bewoners goed begeleiden bij de aansluiting daarop”, weet de projectleider. “Er is nogal een verschil als de gemeente kiest voor een warmtenet of alleen maar warmtepompen.”
Hakt een gemeente die knoop niet op tijd door dan loopt ze het risico dat de bewoners die duurzame maatregelen willen én kunnen treffen, dit zelf gaan organiseren. En als 30 procent in de wijk een warmtepomp gebruikt, is een collectieve oplossing volgens Van Boxtel niet meer haalbaar. Dat kan voor de groep ‘willen maar niet kunnen’ hogere kosten en een duurdere verbouwing met zich meebrengen.
‘Opgave is groot’
De bewonersreis is op onderdelen breed getest bij 500 huishoudens in Breda, Drimmelen, Moerdijk en Zundert. Dat gebeurde in kennis- en leertrajecten. “Zo hebben we gewerkt met adviezen door marktpartijen, een woonplan voor een duurzame, aardgasvrije woning gemaakt en de lekcheck- en klusdienst getest. De geleerde lessen uit de vier A16-gemeenten zijn daarna bij elkaar gebracht.”
Slimme Stappen Energie A16 is op 16 november afgesloten. Bij de eindbijeenkomst in de Bredase MotMot gallery waren onder andere gemeenten van binnen en buiten Brabant aanwezig, de provincie, energiecoöperaties, adviesbureaus, netbeheerder Enexis en Kees Vendrik, voorzitter van het Nationaal Klimaat Platform. Zij maakten aan de hand van een ‘reisleider’ de bewonersreis zelf.
Dat werd volgens Van Boxtel gewaardeerd. “We hebben de boodschap ook goed over de bühne kunnen brengen. De opgave die er aankomt is groot. Zeker als je wilt dat iedereen kan meedoen.”