Met het isoleren naar deze Standaard worden woningen voorbereid om comfortabel verwarmd te kunnen worden met een afgiftetemperatuur van 50 graden of lager: lage-temperatuur verwarming. De Standaard is geformuleerd als de maximale warmtevraag in een woning. Hier wordt aan voldaan wanneer aan de bijbehorende isolatiewaardes wordt voldaan.
Isoleren naar de Standaard betekent in praktijk isoleren naar ongeveer label A of B. Wanneer een woning geschikt is voor lage temperatuur-afgifte hangt ook af van het afgiftesysteem: vloerverwarming, LT-radiatoren, kleine ventilatoren onder de radiator, en infrarood-panelen zijn allemaal mogelijkheden om de woning geschikt te maken voor een lage temperatuur afgifte.
Het is om twee redenen gunstig om een woning geschikt te maken voor lage-temperatuur verwarming:
- Een woning die voldoende heeft aan lage-temperatuurverwarming heeft ook een lagere warmtevraag; er hoeft minder energie geproduceerd te worden en dus gaat de energierekening omlaag.
- Lage temperaturen zijn efficiënter aan te leveren dan hogere temperaturen: bijvoorbeeld een warmtepomp heeft minder elektriciteit nodig wanneer deze warmtepomp lage temperaturen levert. We hebben dan minder windmolens en zonnepanelen nodig.
De Standaard geeft hiermee een handelingsperspectief voor gebouweigenaren. Ook wanneer er nog geen duidelijkheid is over de toekomstige warmtevoorziening, kan de woning al toekomstbestendig gemaakt worden en dat levert meteen energie- en CO2-besparing op. Het isoleren van de woning resulteert ook in een lagere energierekening: er is minder energie nodig om de woning comfortabel te verwarmen.
Het realiseren van de Standaard kan ook stapsgewijs: niet elk gebouwonderdeel hoeft tegelijkertijd worden aangepakt. Zijn de kozijnen aan vervanging toe? Dan kan dit gecombineerd worden met het plaatsen van HR++ of triple glas en wellicht het isoleren van de gevel. Moet er juist iets aan het dak gebeuren? Dan is dakisolatie een logische stap.
Tevens kan verduurzaming van de woning een stimulans zijn voor de verkoop of aankoop van woningen. Wanneer de energierekening van een woning lager is én het wooncomfort groter, kan dit de waarde van een woning verhogen. Het is echter niet altijd mogelijk om investeringen in het verduurzamen van een woning een-op-een door te berekenen in de waarde van een woning.
Voor elk afzonderlijk gebouwonderdeel (dak, vloer, gevel, glas) zijn ook Streefwaarden opgesteld. De Streefwaarden zijn ambitieuzer dan de Standaard en wanneer voor elk gebouwonderdeel de Streefwaarde gehanteerd wordt, is de woning uiteindelijk beter geïsoleerd dan de gemiddelde nieuwbouwwoning. Beter isoleren dan de Streefwaarde levert meestal niet tot nauwelijks extra energiebesparing op: het is dan niet rendabel om nóg betere isolatie toe te passen.
De Streefwaarden kunnen aangehouden worden bij een hoger ambitiesniveau, maar ook wanneer bij een woning niet elk gebouwonderdeel rendabel te verbeteren is. Het kan zijn dat een matig geïsoleerde gevel niet rendabel naar een beter niveau geïsoleerd kan worden. Wanneer dakisolatie wel toegankelijk is, kan ervoor gekozen worden het dak extra te isoleren als compensatie van een minder geïsoleerde gevel. Onderzoek heeft uitgewezen dat dit financieel aantrekkelijker kan zijn dan alle gebouwonderdelen precies of minimaal naar de Standaard te isoleren. Dit is sterk afhankelijk van de huidige situatie. Het is niet aan te raden één gebouwonderdeel helemaal níét te isoleren, omdat hier dan relatief veel warmte verloren gaat.
De Standaard is (nog) geen verplichting, maar kan dit wel worden. Dat zal dan in eerste instantie alleen voor de woningcorporaties gelden en niet voor particulieren. De precieze toepassing en uitwerking van de Standaard komt in eerste instantie bij het volgende kabinet te liggen. Uitzonderingen van gebieden waar op lange termijn duurzame warmte op hogere temperaturen beschikbaar is, wordt als optie genoemd in de kamerbrief: in deze gebieden is het voor de toekomstbestendigheid niet nodig om aan de Standaard te voldoen.
Hoe meer woningen voldoen aan de Standaard, hoe lager de warmtevraag in de bestaande bouw. Daardoor is het mogelijk de beperkte duurzame warmtebronnen efficiënter in te zetten en kunnen bewoners genieten van een comfortabelere woning.
Indien u nog vragen heeft, mail dan naar niek.brinkhof@dwtm.nl