Kunnen jullie jezelf kort voorstellen?
Eric: ‘Ik ben Eric Spies. In 2019 ben ik door de provincie gevraagd om de rol van projectleider bij de RES Noordoost Brabant in te vullen. Zelf ben ik al een aantal jaren vanuit verschillende hoeken bezig met de energietransitie. De opgave die we met elkaar hebben rondom het klimaat grijpt mij persoonlijk. Aan die opgave probeer ik zowel zakelijk als privé mijn steentje bij te dragen. Momenteel zijn we bijvoorbeeld bezig met het bouwen van onze circulaire duurzame woning.’
Michel: ‘Mijn naam is Michel Simons en ik ga het stokje van Eric overnemen. Ik werk nu zo’n vijf jaar aan de energietransitie. Hiervoor heb ik gewerkt aan de RES in de regio Rotterdam-Den Haag, aan diverse projecten rondom wind- en zonne-energie. Privé probeer ik ook zoveel mogelijk duurzaam te zijn, net als Eric. Zo woon ik in een aardgasvrije woning in Etten-Leur. We hebben zonnepanelen en ik rij in een elektrische auto. Ik denk dat je zelf het goede voorbeeld moet geven en ik heb echt een duurzaam hart, dus dat zit wel goed.’
Hoe interpreteren jullie de rol van projectleider?
Eric: ‘Verbindend, mobiliserend en ondersteunend aan de stuurgroep. Dat zijn kernwaarden die mij te binnen schieten. De stuurgroep moet de koers en de richting bepalen. Daarnaast werk je vanuit de inhoud. Je moet weten waar je het met elkaar over hebt, waar je aan moet denken en waar je op moet letten. Ook moet je ervoor zorgen dat het team compleet is qua competenties en met de juiste motivatie aan deze complexe opgave werkt.’
‘De opgave waar we aan werken is een transitie. Dat betekent dat je flexibel moet zijn en continu moet reageren op veranderingen en nieuwe ontwikkelingen.’
‘Ten slotte hebben we te maken met tijdsdruk. Al kun je sommige dingen niet forceren. Af en toe heb je momentum nodig. Soms moet je dat creëren, soms moet je naar het moment toe werken en soms moet je wachten tot het juiste moment er is. Daar moet je – in de rol als projectleider - mee om kunnen gaan.’
Michel: ‘Ik zal daar ongetwijfeld een andere kijk op hebben. En dat is ook gezond, om ieder een eigen aanpak te hebben. Zo komen bij mij kernwoorden naar boven als: aanjagen, doelgerichtheid en samenwerken. Deze sluiten ook aan bij het woord “verbinden” dat Eric noemde. Daarnaast ben ik soms wat ongeduldig. Dat kan bij deze opgave in mijn voordeel werken. Er zit een heel strakke deadline op de RES 2.0, dus die ongeduldigheid kan helpen het proces te versnellen.’
‘Ik moet mijn weg nog gaan vinden, maar ik merk nu al dat de betrokkenheid van de projectteamleden enorm is. Dat is fijn en geeft mij rust. Ik weet dat ik binnen het projectteam kan terugvallen op een paar goede deskundigen die de regio en de subregio’s van binnen en buiten kennen.’
‘Eric heeft iets moois achtergelaten, dat is fijn. Daar kan ik op voortborduren.’
Eric, welke mijlpalen kun jij benoemen uit jouw tijd als projectleider?
Eric: ‘Dan kan ik makkelijk de concrete resultaten, dus de concept-RES en de RES 1.0 noemen. Natúúrlijk zijn dat mijlpalen. Dat hebben we uiteindelijk toch mooi voor elkaar gekregen.’
‘Toch zijn er ook andere mijlpalen. Dat we als regio onze strategie hebben bepaald. Dat we het lokaal hebben ingestoken, dus met lokale resultaatverplichting, maar duidelijk met de wetenschap dat we daar ook een risico mee lopen. Die koers was voor de concept-RES al in gang gezet, met als doel om iedereen te mobiliseren. Op die manier hebben we het op gang gekregen. Maar: uiteindelijk moeten we wel gaan samenwerken met elkaar.’
‘Een mijlpaal daarin was voor mij de stuurgroep van afgelopen september. Toen zag ik duidelijk dat niet alleen de bereidheid er bij iedereen was om samen te werken, maar dat er ook echt uitspraken werden gedaan en besluiten zijn genomen waar een gezamenlijke richting werd gegeven aan de volgende stap.’
Als je terugkijkt naar de afgelopen tijd, ben je daar dan het meest trots op?
Eric: ‘Ja. Dat denk ik wel. Maar, je kan pas trots zijn als je straks ziet dat het ook echt zo uitpakt. Misschien gaat Michel dat misschien meemaken. Al denk ik eerlijk gezegd dat de projectleider die in 2030 op onze stoel zit dat pas gaat meemaken.’
‘In een transitie moet je de koers durven aan te pakken. Dit is niet dé ingeslagen weg die we moeten doorzetten tot 2030. Je hoopt dat je achteraf trots op kan zijn op de koers voor deze fase. Bij een transitie kun je altijd alleen vanuit historisch perspectief kijken of deze is geslaagd, dat kun je op dit moment nog niet zeggen.’
‘Waar ik heel trots op ben, is dat we het samen voor elkaar hebben gekregen. Dat we een regio en een team zijn geworden. We hebben een goede basis gelegd. Daar kunnen we trots op zijn.’
Zijn er dingen die je nog had willen doen, maar wat er niet van is gekomen?
Eric: ‘Eén ding schoot de afgelopen tijd vaak door mijn hoofd: het nóg meer samen doen. Nu is het nog teveel een overheidsverhaal gebleven. Terwijl dit niet een opgave van alleen overheden is. Als het aan mij zou liggen, dan hadden de Klankbordgroep, de omgevingspartijen en de lokale overheden een dominantere rol gekregen in het proces. Dat had ik graag nog een paar stappen verder gebracht.’
Wordt daar de komende tijd aan gewerkt?
Michel: ‘Ja, we zullen wel moeten. De Klankbordgroep is erg belangrijk, dat ben ik met Eric eens. Ik zie dat dat al aan het verbeteren is. Zo merkte ik op de laatst georganiseerde heisessie dat er een discussie over de rol van de Klankbordgroep, in verhouding tot de stuurgroep, ontstond. De conclusie was dat de rolverdeling tussen de Klankbordgroep en de stuurgroep beter kan en moet. Én dat zowel de bestuurders als de leden van de Klankbordgroep daar graag aan willen werken. Dat geeft vertrouwen in het vervolgtraject.’
Michel, wat zijn jouw ambities als projectleider?
Michel: ‘Realistisch zijn. Het woord realisme gebruikte ik ook tijdens mijn sollicitatie. Ik wil samen met de bestuurders een realistische RES 2.0 opleveren. Uiteindelijk word je afgerekend op je realiteitsgehalte.’
‘Daarom heb ik al voorzichtig richting de programmateamleden benoemd dat het niet erg is wanneer een kwantitatieve doelstelling niet wordt gehaald. Zolang er maar een goede reden voor is. Netschaarste is bijvoorbeeld zo’n reden. Dat is geen gezichtsverlies, maar voortschrijdend inzicht.’
‘Realisme staat dus hoog op mijn lijstje. Daarnaast wil ik de samenwerking waar Eric aan gewerkt heeft, verder ontwikkelen op een bestuurlijk niveau. We hebben allemaal een lokale verantwoordelijkheid, maar ik denk dat de regionale samenwerking nog beter kan. Daar hoop ik mijn steentje aan bij te dragen.’
Waar kijk je het meest naar uit?
Michel: ‘Naar 1 maart 2023: het moment waarop we de RES 2.0 indienen, de bestuurders hiermee instemmen en er echt voor willen gaan. Ik denk dat dat een heel mooi moment gaat zijn. Je werkt echt ergens naartoe. Ik ben gedreven en prestatiegericht, net als Eric, dus als zo’n moment wordt gehaald, geeft dat me veel voldoening.’
‘Wij zijn maar een klein onderdeel van de energiestrategie en dat is gelijk het nadeel van ons werk. We maken eigenlijk nooit het eindresultaat mee. In 2030 zullen we waarschijnlijk allebei iets heel anders doen. Eigenlijk moeten we dan nog eens terugkijken naar wat we in Noordoost Brabant hebben bereikt.’
Eric, lachend: ‘We gaan zeker een biertje drinken dan, Michel.’
Michel: ‘Ja! Dan kunnen we bekijken wat er allemaal in deze regio is gebeurd. Nu is dat nog in een glazen bol kijken. Er kan nog zoveel op onze weg komen. Er zijn nog zoveel ontwikkelingen die anders kunnen lopen dan wat we nu kunnen voorzien. Dat blijft altijd lastig. Maar als je nu kunt zeggen: we hebben er hard aan gewerkt. We zijn een bepaalde koers gaan varen en we krijgen dingen voor elkaar, dan denk ik dat we het al goed doen.’
Eric, wat zou jij Michel willen meegeven voor de komende tijd?
Eric: ‘Ik wil voorop stellen dat ik het met een gerust hart overdraag en zo achterlaat. Ik heb niet intensief samengewerkt met Michel, maar we hebben wel kort kennis kunnen maken. Wat ik van Michel heb gezien, belooft veel goeds. Ik werk met passie, daardoor zou ik het erg moeilijk vinden om iets achter te laten zonder dat ik daar vertrouwen in heb. Maar ik ga relaxed het nieuwe jaar in.’
‘Wat ik Michel zou willen meegeven: de combinatie van het koershouden en tegelijkertijd ook het kunnen reageren op veranderingen. Dat is belangrijk, zeker voor de factoren waar we geen invloed op hebben. Zoals aangescherpte doelstellingen en middelen vanuit het rijk. Maar ook binnen het team. Er komen veel veranderingen waar we continu op moeten reageren en alert op moeten zijn. Het is mensenwerk’
‘Nog een laatste ding: enerzijds moeten we resultaatgericht zijn. Aan de andere kant moeten we oppassen dat we niet teveel in onze eigen koker blijven zitten. We moeten echt de verbinding maken met de andere ruimtelijke en maatschappelijke opgaven. Daarbij heb ik nog wel het gevoel dat ik een half dossier aan Michel overdraag. Daar zit nog veel werk in. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat dat goed komt.’
Michel: ‘De druk neemt toe. Maar ik ben het wel met Eric eens. Die integrale slag die je moet maken is zo belangrijk. En wij zijn als RES-projectleiders ook een beetje verkokerd. Ik ben met de energietransitie bezig, terwijl er om mij heen ook veel gebeurt op het gebied van woningbouw, bedrijventerreinbeleid, economie en de arbeidsmarkt. Dat moeten we niet vergeten.’
‘Omdat je zo in je eigen koker van de energietransitie werkt, is het soms lastig om die opgaven aan elkaar te verbinden. Maar dat is wel nodig om ervoor te zorgen dat we de regio op een gezonde en duurzame manier laten voortbewegen.’
Michel Simons is sinds 1 januari 2022 projectleider van de RES Noordoost Brabant.