Uit onderzoek van TNO blijkt dat ruim een half miljoen Nederlandse huishoudens in energiearmoede leeft. Het Rijk heeft een regeling Energiearmoede in het leven geroepen, waarmee gemeenten huishoudens in energiearmoede kunnen ondersteunen om maatregelen te treffen om hun energierekening blijvend te verlagen. In totaal komt in de regio NOB een kleine 5 miljoen euro beschikbaar ten behoeve van 18.500 huishoudens. Aanleiding voor de regeling zijn de sterk gestegen gasprijzen. In 2022 zal vanuit het Rijk een bredere aanpak volgen voor slecht geïsoleerde huizen, waarin ook weer middelen beschikbaar komen voor gemeenten. Wij zetten voor u de belangrijkste uitkomsten op een rijtje.
Vooral huurders in energiearmoede
Tijdens de sessie werd er afgetrapt met een plenair deel. Susanne Agterbosch van het PON & Telos introduceert de doelgroep: mensen die onvoldoende budget overhouden na het betalen van de energierekening, of de energierekening helemaal niet kunnen betalen. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat 75 % van deze mensen huurt van woningcorporaties, en de rest huurt particulier of heeft een eigen woning.
De gemeenten kunnen op verschillende manieren contact leggen met deze mensen, waarbij samenwerking met partijen die al ‘achter de voordeur’ komen erg voor de hand ligt.
In deelsessies is gebrainstormd over de beste aanpak en/of instrumenten die ingezet kunnen worden.
Sociaal domein
Het benaderen van de doelgroep is maatwerk per gemeente. De doelgroep is vaak al in beeld binnen het sociaal domein. Bijvoorbeeld de vroegsignalering die in alle gemeenten wordt toegepast, kan ingezet worden. Ook wordt benoemd dat binnen de gemeente medewerkers die werken aan duurzaamheid of energiebesparing nog te weinig contact hebben met medewerkers van het sociaal domein. Elkaar beter leren kennen en het afstemmen van beleid binnen de gemeente is daarom een van de eerste stappen die gezet kunnen worden. ’s-Hertogenbosch heeft hier ervaring mee en dit blijkt zeer nuttig te zijn.
Woningcorporaties
Woningcorporaties willen graag bijdragen aan de uitvoering van de regeling. Zij hebben ook een voorstel voor de gemeenten gemaakt: een ‘klusbus’ waarmee professionals door de wijk rijden om per woning de energiebesparende maatregelen te installeren. Deze ontzorging is een extra stap vergeleken met bijvoorbeeld de RREW regeling, waarbij alleen de materialen worden uitgedeeld. Woningcorporaties bepleiten een regionale uniforme aanpak. Het geeft gelijke behandeling van alle huurders, is efficiënt voor woningcorporaties om te organiseren en zorgt ervoor dat er meer geld naar de doelgroep gaat. Tijdens de werksessie blijkt goede afstemming tussen woningcorporaties en gemeenten essentieel. Ze hebben ieder eigen taken, die deels overlappen, maar ook hun kennis over woningen en wijken.
RRE/RREW
In de sessie over de Regeling Reductie Energiegebruik (RRE) en de Regeling Reductie Energiegebruik Woningen (RREW) onderzoeken de deelnemers de best practices rondom deze regelingen. De subsidie vanuit deze regeling komt bij inwoners door tegoedbonnen vanuit de gemeente die inwoners zelf kunnen gebruiken om energiebesparende maatregelen te nemen. Tijdens de sessie komen de volgende aandachtspunten naar voren: zorg dat de gemeente de vouchers verstuurd, dit zorgt voor vertrouwen, denk aan toegankelijkheid en aan inwoners die niet digitaal vaardig zijn. Een laatste conclusie die uit het gesprek naar voren komt is: houdt het bedrag in alle gemeenten gelijk, zeker als de woningcorporaties worden betrokken. Dit voorkomt verwarring en ongelijkheid tussen gemeenten.
Energiecoöperaties/energiecoach
Ook in deze sessie worden ervaringen gedeeld. Zo komt naar voren dat de doelgroep soms lastig te bereiken is, en de energiecoaches vooral goed werken bij woningeigenaren. Er is behoefte aan ontzorging: De huidige energiecoaches installeren meestal geen materialen. Het zou erg effectief zijn als ze dat wel zouden doen. Er wordt een aantal mogelijkheden benoemd om de doelgroep te bereiken: via het energieloket, de voedselbank, schuldhulpverlening, maatschappelijk werk en kinderen, door middel van vloggers of onderwijs. Een valkuil is dat energiecoaches nu vaak vrijwilligers zijn. Dat maakt het kwetsbaar omdat vrijwilligers niet altijd beschikbaar zijn en zich niet altijd voor een lange tijd verbinden. Een gecombineerde aanpak met professionals heeft de voorkeur, het belang is te groot om volledig afhankelijk te zijn van vrijwilligers.
Hoe nu verder?
Een gedeelde conclusie uit de kennissessie is, dat regionale samenwerking om deze regeling uit te voeren effectief is. Het voorkomt versnippering en is effectiever en efficiënter dan wanneer ieder voor zich de energiearmoede aanpakt. In de benadering van de doelgroepen is maatwerk nodig per gemeente en ook in bijvoorbeeld de communicatie is ruimte voor couleur locale. Er komen nog veel grote budgetten aan die gestapeld kunnen worden en daarvoor kan nu een goede basis gelegd worden. Op 11 februari wordt er dan ook bij de Stuurgroep van de RES Noordoost Brabant een voorstel neergelegd voor een gezamenlijke aanpak van de regeling Energiearmoede, op basis van de gesprekken die tijdens de kennissessie zijn gevoerd.