Gemeenten werken op dit moment druk aan de RES 2.0. Dat vraagt om een focus op de uitvoering, maar op punten ook een herijking van de afspraken die er in de RES 1.0 zijn gemaakt. De vraag is of het in kaart brengen van de effecten van deze plannen op de leefomgeving via een milieueffectrapportage verplicht is bij het opleveren van de RES 2.0. Een werkgroep aangesteld door het Nationaal Programma RES bracht afgelopen maart hun advies uit.
De milieueffectrapportage (m.e.r.) is een procedure om plannen en besluiten van de overheid te toetsen op negatieve gevolgen voor de leefomgeving. De procedure bestaat uit een onderzoek, die wordt getoetst door de onafhankelijke Commissie m.e.r.. De milieugevolgen, alternatieven en adviezen die volgen uit het onderzoek worden meegewogen bij de vaststelling of besluitvorming.
De aanleiding voor dit advies waren Tweede Kamervragen van Volt eind 2021. Na deze vragen is er een werkgroep opgericht met juristen en beleidsexperts van het Rijk, provincies, gemeenten, NP RES, netbeheerders en de commissie m.e.r.. Zij brachten afgelopen maart een advies uit over hun bevindingen. De conclusie? Een milieueffectrapportage was niet verplicht bij de RES 1.0, maar is dat in veel gevallen wel bij de RES 2.0.
Het advies toegelicht
De RES 1.0 is volgens Europese richtlijnen geen programma en daarom is een m.e.r. niet verplicht. De werkgroep raadt een vrijwillige m.e.r. wel aan. In een aantal regio’s zijn al pilots geweest voor het opstellen van een m.e.r. bij hun RES.
De RES 2.0 en daaropvolgende RES’en worden opgesteld voor monitoring, verantwoording, herijking en het stellen van nieuwe kaders. De RES 2.0 zal zodoende soms uitwerking zijn van beleid, of maatregelen bevatten. In dat geval is het document een programma, op grond van de Omgevingswet. Dat programma kan m.e.r.-plichtig zijn als het een kader vormt voor toekomstige vergunningen. Daarom is het advies van de werkgroep om voortaan een onderscheid te maken tussen een RES Voortgangsdocument en een RES Herijking.
Het RES Voortgangsdocument
In het RES Voortgangsdocument beschrijft de regio de voortgang van de te realiseren ambities die in RES 1.0 omschreven zijn. Dit is belangrijke informatie om landelijk te kunnen monitoren of de 30 regio’s sámen ook op koers liggen voor 2030. De regio’s brengen de voortgang elke twee jaar in beeld (RES Voortgangsdocument 2023, 2025, en zo verder). Dat zorgt voor gezamenlijk zicht op de voortgang en de mogelijkheid bij te sturen in beleid en uitvoering. Dit document heeft geen kaderstellend karakter en is niet m.e.r.-plichtig. Het RES Voortgangsdocument wordt vastgesteld door de colleges en voorgelegd aan de volksvertegenwoordigers op vergelijkbare wijze als bij andere beleidsonderwerpen.
De RES Herijking
Tijdens het uitvoeren van de Regionale Energiestrategie kunnen nieuwe inzichten ontstaan. Nieuwe ambities, ruimteclaims of innovaties kunnen leiden tot aanpassingen van plannen of tot vaststelling van nieuwe kaders voor toekomstige ontwikkelingen. Wanneer dit gebeurt verschilt per regio en kent dus logischerwijs geen vast ritme (zoals bij het voortgangsdocument). Voor de RES Herijking 2.0 (en 3.0 en zo verder) kan elke regio daarom zelf bepalen of, hoe en wanneer die wordt vastgesteld. Dit document is in veel gevallen wel m.e.r.-plichtig, namelijk zodra het maatregelen of uitwerking van beleid bevat. Dit document wordt op advies van NP RES niet eerder vastgesteld dan nadat het volksvertegenwoordigende orgaan er mee heeft ingestemd.
Impact op de RES
Het advies van de werkgroep vraagt om een aanpassing in het proces, maar moet geen invloed hebben op de planning en het bereiken van de doelen van de RES’en. Het splitsen van de RES 2.0 in een document voor de monitoring en een document voor - waar nodig - herijking, zorgt volgens de werkgroep ook voor een logischer ritme en maatwerk in de regio.
Kijk voor meer informatie bij NP RES: https://regionale-energiestrategie.nl/leefomgeving/planmerplicht/default.aspx