Verschillende gemeenten in Noordoost Brabant willen het gebrek aan netcapaciteit omzeilen door energie op te slaan, maar dat blijkt tot nog toe behoorlijk lastig. Tijdens een kennissessie over dit onderwerp ging het vooral over de zo mogelijk belangrijkste sleutel tot het oplossen van het probleem: thuis- en buurtbatterijen.
In 2050 moeten we een CO2-neutrale samenleving opgebouwd hebben. Dat vraagt om een andere manier van leven, zo ook voor ons energienetwerk. Daarom werken we binnen de Regionale Energiestrategie hard aan het ontwikkelen van duurzame opwerk-oplossingen, zoals zonnepanelenvelden en windmolenparken.
Het huidige elektriciteitsnet is gebouwd voor een constante toevoer van energie, en is niet berekend op de pieken van duurzame energie-opwek. Ook gaat het uit van energie uit één bron in plaats van meerdere. Met alle plannen van duurzame energie-opwek in het verschiet, is het ook te verwachten dat er te weinig ruimte op het energienetwerk zal zijn.
Een voor de hand liggende oplossing is het uitbreiden van de netcapaciteit, wat de ruimte op het energienetwerk vergroot. Hiervoor zijn gemeenten echter afhankelijk van netbeheerders, die weer kampen met een tekort aan middelen en werknemers. Zijn er mogelijkheden voor gemeenten om zélf acties te ondernemen om netwerkschaarste te omzeilen?
Marieke Palm, managing director van Scrooge Sustainable Energy, besprak tijdens een kennissessie op 24 mei verschillende manieren om de netcapaciteit uit te breiden en om energie op te slaan. De sessie was verdeeld in drie delen:
- Maatregelen die burgers zelf kunnen nemen
- Maatregelen in de woonwijk
- Maatregelen op industrieterreinen en energy hubs
Palm startte de sessie met een aantal maatregelen die consumenten zelf kunnen nemen, zoals het verminderen van de energieconsumptie via betere isolering, het gebruik van ledlampen, het verkorten van douchetijd en het gebruik van zuinigere elektrische apparaten. Ook is het raadzaam om zelf opgewerkte energie zoveel mogelijk zelf te consumeren. Daar kunnen burgers zelf op inspelen door bijvoorbeeld de vaatwasmachine en de wasmachine te laten draaien als het buiten zonnig is.
Wijkoplossingen
Aansluitend daarop ging de sessie over de belangrijkste sleutel tot het oplossen van dit probleem: batterijen om duurzaam opgewerkte elektriciteit in op te slaan. Batterijen zijn beschikbaar, maar hebben in grote lijnen met drie problemen te maken:
- Batterijen voor thuis zijn financieel nog niet rendabel;
- Batterijen die geschikt zijn voor hele buurten hebben vaak nog subsidie nodig;
- Batterijen brengen aanzienlijke veiligheidsrisico’s met zich mee omdat sommige typen brandgevoelig zijn.
Andere vermeldenswaardige oplossingen die de revue passeerden, zijn warmte- en koude-opslag, het met behulp van een slimme meter flexibel gebruiken van energie, DC(direct current)-netwerken en waterstof. De laatstgenoemde oplossing zou in staat moeten zijn om energie wekenlang op te slaan, maar staat nog in de kinderschoenen en kent aanzienlijke veiligheidsrisico’s.
Tijdens dit deel van de sessie kwamen er vanuit de aanwezigen een aantal vragen bovendrijven: hoe kunnen burgers niet alleen financieel, maar ook intrinsiek gemotiveerd worden voor de aanschaf en het gebruik? Volgens Palm zullen Nederlanders zich altijd afvragen wanneer ze een investering terugverdienen – of het nu gaat om zonnepanelen of een thuisbatterij. Daarom zouden gemeenten zich moeten verenigen en aankloppen bij de regering om subsidiëring voor de aanschaf en het gebruik van batterijen te realiseren, net als in Duitsland en België is gebeurd. Als dat ook in Nederland gaat gebeuren, is de verwachting van Palm dat de prijs van batterijen zich ook gaat aanpassen en ze betaalbaarder worden.
Wat betreft de opslag en energie op het niveau van woonwijken benadrukte Palm dat er geen kant en klare oplossing voor iedereen is: de beste stappen om te nemen verschillen per woonwijk. Gemeenten kunnen het beste een pilotproject starten met een wijk of straat, en als dat goed gaat deze praktijk verder uitrollen naar wijken die enigszins gelijk zijn qua huizenbouw, ligging ten opzichte van de zon, hoe goed de woningen geïsoleerd zijn, enzovoorts. Als er subsidies komen voor batterijen voor woonwijken, denkt Palm dat dit soort initiatieven kansrijk zijn.
Tijdens de kennissessie werden batterijen in alle soorten en maten besproken, voor thuis of in de wijk, waaronder ook de brandgevoeligheid van sommige typen. Vooral lithium- en LCM-batterijen zijn behoorlijk gevoelig voor brand en ook zeer moeilijk te blussen. De batterijen die minder brandgevoelig zijn hebben ook nadelen, en zijn bovendien niet rendabel zonder subsidiëring vanuit het Rijk. Ook in dit geval is de vraag wie het gaat betalen en wat het uiteindelijk oplevert, onderstreepte Palm. Gemeenten kunnen, naast het mogelijk maken van subsidies door dat onderwerp aan te kaarten in Den Haag, in ieder geval al ruimte gaan reserveren voor de toekomstige plaatsing van buurtbatterijen en kunnen gaan bedenken welke mogelijkheden voor hen het beste werken.
Energy hubs
Het laatste deel van de kennissessie ging over energieopslag op industrieterreinen en energy hubs. In woonwijken is de opslag van energie, bijvoorbeeld met behulp van batterijen, vaak een uitdaging omdat huizen klein zijn en de bebouwing dicht op elkaar staat. Op industriegebied is meer ruimte beschikbaar.
Op industrieterreinen en energy hubs wordt opgewekte energie bij elkaar gebracht, uit verschillende bronnen: van zonne-energie tot groen gas van boerderijen. Die energie kan op deze plekken worden omgezet in andere vormen van energie. Als wind- en zonneparken niet al te ver staan, kunnen zij ook aangesloten worden op een energy hub. Op sommige energy hubs speelt ook waterstof al een rol, bijvoorbeeld met kleine stationnetjes waar waterstof getankt kan worden.
Het veiligheidsrisico van batterijen op industrieterreinen en energy hubs is beter te beheersen dan in woonwijken omdat op industrieterreinen en energy hubs alles in één keer geregeld wordt en deze plekken vaak wat meer uit de buurt van woonwijken liggen. Net als met woonwijken, geldt voor industrieterreinen en energy hubs dat er geen kant en klare oplossing is voor alle situaties. Gemeenten, netbeheerders en partijen die oplossingen kunnen aanbieden dienen daarom intensief samen te werken.
Bekijk de volledige kennissessie hier!