Met een goede opkomst van zo’n 20 deelnemers van verschillende gemeenten startten we de kennissessie in Den Bosch. Naast ambtenaren duurzaamheid en energietransitie waren er ook collega's met aandachtsgebieden ruimtelijke ordening, economie en mensen van de omgevingsdienst in de zaal. De expert tijdens deze sessie was Maarten Engelberts, thematrekker leefomgeving bij NP RES.
Onder en boven de grond
Aan de start van zijn presentatie, die zo nuttig en interactief blijkt dat het vrijwel de gehele bijeenkomst zal beslaan, zoomt Maarten uit. De opgaven in de leefomgeving zijn naast energie ook landbouw, de woningbouwopgave, natuur en democratische vernieuwing. Samenwerken met uiteenlopende partners is hierbij van belang. De link met het provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (pMIEK) wordt daarna ook direct gelegd. Zowel boven als onder de grond zijn er transities gaande, zo stelt Maarten. Hij spreekt met Johan Remkes als hij aangeeft dat niet alles altijd overal kan. Bij die transities is het van belang om de sturingsfilosofie van de overheid onder de loep te nemen. Neemt de overheid de regie, of laat zij het aan de markt over? Als gemeente moet daarbinnen gekozen worden. Zeker als het gaat om de fysieke leefomgeving.
Het trappenhuis van Thorbecke
De zaal begint zich nadrukkelijk te mengen als het gaat om het procesontwerp. Maarten geeft aan dat het bestuurlijke gesprek daarover nodig is. Ook de gemeenteraden moeten daarin een rol pakken. Er zou sprake moeten zijn van een “gesprek in het trappenhuis van het huis van Thorbecke” aldus Maarten. Een van de deelnemers merkt op dat het werkproces rond de RES, niet in de laatste in relatie tot de plan-MER, soms warrig en veelkoppig is. Zo somt iemand op dat er bijvoorbeeld aandacht is voor de GOVI, een RES herijking, omgevingsplannen en de mogelijkheid van een plan-MER. Het is hierbij van belang om bestuurders te helpen de verschillende routes richting tijdige vergunningverlening uit te lijnen. Dit helpt hen met het maken van keuzes en stellen van prioriteiten.
Richting en argumentatie
Het verschil tussen de Omgevings Effect Raportage en de plan-MER is dat de plan-MER breder georiënteerd is dan alleen milieu. Het draait bijvoorbeeld ook om maatschappelijke en financiële effecten. Voor een breed beeld binnen een gemeente is de plan-MER dus een nuttig instrument.
Het thema, het moment van inzetten en de locatie van de plan-MER zijn belangrijke pijlers. Deze pijlers zorgen voor doelmatigheid en doeltreffendheid. Na wat discussie over de noodzaak van een plan-MER is een belangrijk argument voor het uitvoeren van een plan-MER onder andere maatschappelijk draagvlak. Het levert richting en inhoudelijke argumentatie op voor de te maken keuzes. Maarten geeft de deelnemers mee dat ze als gemeenten niet te lang moeten blijven hangen in de “of vraag”. De plan-MER is een levend document, een soort dataset, die je kan helpen in het leveren van argumenten voor bepaalde keuzes. Het werkblad RES en MER kan gemeenten verder op gang helpen.
Oefenen met de plan-MER
Na veel informatie en scherpe vragen praten de deelnemers uitgebreid en enthousiast met elkaar na. Zo tackelen de deelnemers gelijk een opmerking van projectleider Hans Slootweg: “zorg dat de gesprekken niet parallel plaatsvinden”. In navolging op de kennissessie zal er daarom ook een vervolg worden georganiseerd om eens ‘droog’ te oefenen met de plan-MER. Hoe ziet het eruit, en wat kun je ermee? Deze ‘droogoefensessie’ staat gepland op 1 maart. In onze volgende nieuwsbrief zullen we de uitkomsten van deze bijeenkomst delen.
Voor vragen over de RES in de leefomgeving en de plan-MER kunt u Maarten mailen op m.engelberts@npres.nl
Interessante links die aan bod kwamen tijdens de kenissessie:
https://www.zwolle.nl/omgevingsvisie
Met in par. 7.2.4 aandacht voor de uitwerking van de visie in verschillende programma's, zoals dat aan de orde kwam.
https://www.regionale-energiestrategie.nl/leefomgeving/planmerplicht/default.aspx
De overzichtspagina. Incl. links naar kamerbrief, adviesrapport en werkblad.