De opdracht was in eerste instantie gegeven omdat de gemeente geen grootschalige opwek kan realiseren. Later bleek ook hier het overvolle elektriciteitsnet een beperkende factor. Grootverbruikers kunnen voorlopig niet op het net worden aangesloten en bestaande grootverbruikers kunnen hun capaciteit niet vergroten. De geplande uitbreiding van industrieterrein Ladonk met het Green Tech Park zou niet door kunnen gaan. John van Zuijlen, beleidsmedewerker duurzaamheid van de gemeente Boxtel vertelt hoe ze deze puzzel proberen op te lossen.
Van Zuijlen steekt gelijk van wal: “Als gemeente willen we uiteindelijk op de korte termijn meer duurzame opwek kunnen realiseren, zodat we kunnen voldoen aan de RES-opgave. Nu hebben we wel een tender uitstaan voor 50 hectare zonneparken, maar we weten bij god niet hoe we die kunnen aansluiten.” Een Energy Hub kan volgens Van Zuijlen mogelijk uitkomst bieden.
Daarbij werd de gemeente ook geconfronteerd met netwerkcongestie van opgewekte energie en afname. En sinds vorig jaar juni kunnen nieuwe grootverbruikers niet meer aangesloten worden op het elektriciteitsnet. Het gevolg: uitbreiding van industrieterrein Ladonk met het Green Tech Park kan voorlopig niet doorgaan. “Veel van deze bedrijven die hier gaan komen zijn namelijk grootverbruikers.” Licht van Zuijlen verder toe.
De situatie leidt bij de gemeente tot de vraag hoe je vraag en aanbod slimmer met elkaar kunt verbinden, waarmee uitbreiding van het net voorkomen kan worden. “Door hiermee bezig te gaan, hoeven we ook niet te wachten tot de verwachtte uitbreiding van het net door netbeheerders TenneT en Enexis. Want dan hebben we het pas over na 2031.”
Schetsontwerp Energyhub
De gemeente Boxtel vroeg Firan (dochterbedrijf van netbeheer Alliander) de mogelijkheid te onderzoeken van het inzetten van een Energy Hub en hiervoor een schetsontwerp te maken. Daarvoor bekeek Firan de verbruikersprofielen en opwekcapaciteit van 10 bedrijven op Ladonk die of groot- of piekverbruikers zijn. “Door vervolgens samen te werken en het gecontracteerd vermogen van iedere gebruiker bij elkaar op te tellen, kun je veel beter gebruikmaken van vraag en aanbod.”
Van Zuijlen vervolgt: “Het onderzoek van Firan liet zien dat de netwerktopologie [de netwerkstructuur, red.] op het bedrijventerrein niet zo heel handig is. Bij veel andere bedrijventerreinen zie je bijvoorbeeld dat de bedrijven allemaal op hetzelfde hoogspanningsstation zijn aangesloten. Dat is bij Ladonk niet het geval, waardoor je niet zo makkelijk elkaars energie onderling kunt delen.”
Aanbevelingen
Toch heeft Firan wel een aantal quick wins en oplossingsrichtingen aangegeven. “Dan gaat het om investeringen die bedrijven soms individueel kunnen doen, of investeringen die je als bedrijven gezamenlijk doet. Denk bijvoorbeeld aan het aanleggen van directe lijnen van een zonnepark, of -dak naar een gebruiker. Een ander voorbeeld is alleen op die momenten stroom gebruiken dat er opwek is, of de stroom tijdelijk opslaan en gebruiken wanneer er vraag is. Ook zijn er aanbevelingen gedaan voor de omzetting van opgewekte elektriciteit in waterstofgas. Maar dat hangt ook weer af van hoe de waterstofinfrastructuur in de toekomst vorm krijgt.” Kortom, de aangedragen oplossingsrichtingen moeten volgens Van Zuijlen nog nader onderzocht worden, evenals de kosten en baten ervan.
Samenwerking vormgeven
“Uiteindelijk heeft elk bedrijf een individueel advies gekregen.” vervolgt Van Zuijlen. “En wij hebben als gemeente een overzicht gekregen van het geheel aan mogelijkheden. Het is aan ons om te stimuleren dat bedrijven het advies gaan overnemen. En door middel van een stukje park management proberen we de samenwerking tussen bedrijven meer vorm te geven. Want met de Energy Hub hebben we iets gevonden dat alle bedrijven bindt, wat het productieproces ook wordt. Immers, alle bedrijven hebben behoefte aan uitbreiding en moeten tegelijkertijd verduurzamen.”
Enexis meekrijgen
Voor nu hoopt Van Zuijlen dat netbeheerder Enexis uiteindelijk ook mee gaat doen. “Helaas heeft het bedrijf op dit moment te weinig bemensing om dit project te ondersteunen. Dat is jammer, want hierdoor hadden we minder goed zicht op de vraag wanneer het hoogspanningsstation in zijn totaliteit wel en niet belast wordt, waardoor je meer mogelijkheden ontdekt voor het afstemmen van vraag en aanbod. En je zit met het gegeven dat de netwerk structuur zodanig is dat het lastiger wordt om energie onderling te delen. Wanneer Enexis meedoet, kunnen we daar wat aan doen.”