1. Bron
Klik hier voor de kamerbrief en de diverse moties.
2. Relevante bepaling:
“MOTIE VAN HET LID BRUINS C.S. van 5 november 2020, dossier 35 570XIII Nr.49
verzoekt de regering, in samenwerking met IPO en VNG decentrale overheden actiever te ondersteunen in het kunnen borgen van financiële participatie bij hernieuwbare-energieprojecten, bijvoorbeeld met standaarden en best practices, te bezien of hiervoor aanvullend juridisch instrumentarium nodig is, en de Kamer over de voortgang in het voorjaar 2021 te informeren”
“GEWIJZIGDE MOTIE VAN DE LEDEN DIK-FABER EN SIENOT TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 585 van 13 oktober 2020, dossier 32 813 Nr. 592
overwegende dat in de concept-RES’en nog weinig aandacht is voor deze financiële participatie en het realiseren van de doelstelling van 50% lokaal eigendom in 2030, maar dat er wel het voornemen is de realisatie van deze doelstelling handen en voeten te geven; verzoekt de regering, te bevorderen dat in de uitwerking van de concept-RES’en HET STREVEN NAAR 50 procent lokaal eigendom van hernieuwbare energie concreet wordt ingevuld, waarbij energiecoöpe-raties worden ondersteund in de ontwikkeling en professionalisering, goede voorbeelden worden gedeeld en de energie wordt benut die er is bij de talloze burgerinitiatieven”
“MOTIE VAN HET LID VAN GERVEN van 29 oktober 2020, dossier 34 682 nr.60
overwegende dat het gewenst is dat met name lokale publieke en collectieve initiatieven rond de energietransitie worden gestimuleerd; constaterende dat ook de RES’en inzetten op 50% lokale publieke en collectieve initiatieven rond de energietransitie; verzoekt de Minister, te onderzoeken op welke wijze publieke en collec-tieve lokale initiatieven rond energietransitie een grotere kans kunnen krijgen”
“BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES van 30 november 2020, dossier 34 682 Nr.76
In de bij het VAO over de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) op 29 oktober jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 18, VAO NOVI) ingediende motie (Kamerstuk 34 682, nr. 60) constateert de heer Van Gerven dat in het klimaatakkoord (Kamerstuk 32 813, nr. 193) is afgesproken dat wordt gestreefd naar een evenwichtige eigendomsverdeling, waarbij de lokale omgeving (burgers en bedrijven) voor 50% eigenaar worden van de energieproductie van het lokale energieproject. De heer Van Gerven verzoekt om na te gaan hoe publieke en collectieve lokale initiatieven voor duurzame energie een grotere kans kunnen krijgen
[...]
Onder publieke en lokale initiatieven voor duurzame energie versta ik in dezen publieke initiatieven en initiatieven van burgers en lokale bedrijven, die samen hun dorp of stad duurzamer willen maken door de opwek van duurzame elektriciteit. Deze initiatieven dragen direct en indirect bij aan de doelen van het kabinet. Ze kennen echter de nodige uitdagingen om succesvol van de grond te komen. Daarom is het belangrijk dat initiatiefnemers worden ondersteund. Naast het Rijk spelen ook gemeenten hier een belangrijke rol in.
Vervolgens ga ik na welke nationale knelpunten de in de motie genoemde initiatieven ervaren. Hiervoor sluit ik onder meer aan bij het onderzoek dat het Nationaal Programma RES in december gaat uitvoeren naar de stand van zaken in de RES’en. Hiermee sluit ik ook aan bij de uitvoering van motie met Kamerstuk 32 813, nr. 592 (motie van de leden Dik-Faber en Sienot over de doelstelling van 50% lokaal eigendom van hernieuwbare energie) en motie met Kamerstuk 35 570 XIII, nr. 49 (motie van het lid Bruins c.s. over het borgen van financiële participatie bij hernieuwbare energieprojecten). Het Rijk ondersteunt de genoemde initiatieven nu al, onder meer door tussenkomst van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de Rijksbijdrage in het Ontwikkelfonds voor energiecoöperaties, de Participatiecoalitie en als medeopdrachtgever van het Nationaal Programma RES. Met het uit het onderzoek voortkomende overzicht van knelpunten zal ik nagaan in hoeverre deze ondersteuning voldoet, aanpassing of uitbreiding behoeft en op welke wijze hier in zou kunnen worden voorzien. “
3. Algemeen
In de Kamerbrief van 30 november 2020 gaat de minister in op een drietal moties inzake het streven naar 50% lokaal eigendom.
4. Aanbevelingen voor verdere kennisname
-