1. Bron
Zie https://www.regio-hartvanbrabant.nl/images/dowloads_in_teksten/REKS/concept-bod-2020-03/20200324-concept-bod-reks-hvb.pdf
2. Relevante bepaling:
5.4.5 Maatschappelijke participatie
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat ernaar wordt gestreefd 50% van de productie in eigendom te hebben van de lokale omgeving (burgers en bedrijven). Dit is ook het uitgangspunt voor de zonnevelden in de regio Hart van Brabant. Daarbij kunnen we primair kijken naar burgers en bedrijven uit de eigen gemeente, maar er kan ook meer regionaal gedacht worden.
Aanvullend op deze 50% lokaal eigendom kan eventueel nog gewerkt worden met een Omgevingsfonds waarin vanuit het project gedurende de exploitatie geld gestort kan worden. De gemeente kan dat fonds inzetten ten behoeve van burgers en bedrijven.
Voor Hart van Brabant worden financiële burgerparticipatiemodellen en de rol van energie-coöperaties nog verder uitgewerkt.
Naast financiële participatie zijn ook procesparticipatie en sociale participatie belangrijk bij het realiseren van zonnevelden in het buitengebied.”
“9.2.1 Financiële participatie in projecten
Op hoofdlijnen zijn er twee manieren waarop de lokale omgeving (burgers en bedrijven) financieel kan participeren in grootschalige wind- en zonneprojecten, namelijk:
- burgers en bedrijven investeren risicodragend in een project waarbij de verwachting is dat hier financiële baten uit zullen voortvloeien;
- een project draagt af aan de omgeving zonder dat lokale bewoners hier een investering voor hoeven te doen.
Over financiële participatie is in het Klimaatakkoord opgenomen dat projecten voor de bouw en exploitatie van hernieuwbaar op land partijen gelijkwaardig gaan samenwerken in de ontwikkeling, bouw en exploitatie van een project. Dit vertaalt zich in evenwichtige eigendomsverdeling in een gebied waarbij gestreefd wordt naar 50% eigendom van de productie van energie (burgers en bedrijven). Investeren in een zon- en/of windproject is ondernemerschap. Dat vergt ook mee-investeren en risicolopen. Het streven naar de eigendomsverhouding is een algemeen streven voor 2030. Er is lokaal ruimte om hier om lokale, project-gerelateerde redenen van af te wijken.“
3. Algemeen
In de periode na het indienen van het conceptbod werken we door aan het opstellen van een definitief bod (REKS 1.0). Parallel werken we aan het opzetten van een uitvoeringsorganisatie, waardoor voorgenomen projecten op het gebied van warmte, duurzame opwek, energiebesparing en klimaatadaptatie die een regionale aanpak vereisen, ook daadwerkelijk kunnen worden uitgevoerd. Tevens zal waar nodig ondersteuning gegeven worden aan lokale projecten.
4. Aanbevelingen voor verdere kennisname
-