1. Bron
Zie https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RVS:2019:4209
2. Relevante bepaling:
“19. Bij het besluit omtrent de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsruimte en moet hij de betrokken belangen afwegen. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit om het plan niet vast te stellen in overeenstemming is met het recht.
20. De raad heeft aan zijn beslissing geen planologische medewerking te verlenen aan het windpark een aantal argumenten ten grondslag gelegd (hierna ook: weigeringsgronden). Volgens de raad zijn omwonenden niet of onvoldoende betrokken bij de voorbereiding van het initiatief en heeft Etriplus onvoldoende onderzoek verricht naar het draagvlak voor het windpark. […]
21. Etriplus heeft de onderbouwing die de raad ten grondslag heeft gelegd aan het weigeringsbesluit bestreden. In het navolgende bespreekt de Afdeling de beroepsgronden die Etriplus heeft aangevoerd tegen de onderscheidenlijke weigeringsgronden.
Ontbreken draagvlak(onderzoek)
23. De raad heeft aan het weigeringsbesluit ten grondslag gelegd dat onvoldoende draagvlak bestaat voor het windpark, althans dat Etriplus onvoldoende onderzoek heeft uitgevoerd naar het aanwezig zijn van voldoende draagvlak. Dit blijkt volgens de raad uit de omstandigheid dat meer dan 100 omwonenden een zienswijze naar voren hebben gebracht tegen de ontwerpplannen.
23.1. De Afdeling heeft eerder overwogen, onder meer in haar uitspraak van 27 mei 2016, ECLI:NL:RVS:2015:1702, dat de omstandigheid dat geen maatschappelijk draagvlak bestaat, niet betekent dat een bestemmingsplan niet in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. De enkele omstandigheid dat in dit geval draagvlak voor het windpark zou ontbreken, wat daar ook van zij, kan derhalve geen dragend argument zijn voor het weigeren van de planologische medewerking. Over de verwijzing van de raad in zijn verweerschrift naar de uitspraak van de Afdeling van 20 juni 2007, ECLI:NL:RVS:2007:BA7603, wordt overwogen dat uit die uitspraak volgt dat aan de afwijzing van de aanvraag mede ten grondslag is gelegd de aantasting van de individuele belangen van omwonenden en de inbreuk op de woon- en leefomgeving.
23.2. Het vorenstaande neemt niet weg dat, bijvoorbeeld op grond van gemeentelijk beleid, van een initiatiefnemer kan worden verlangd dat hij (specifieke) inspanningen verricht die zijn gericht op het informeren van omwonenden en het verwerven of vergroten van het maatschappelijk draagvlak voor de gewenste ontwikkeling. Het niet behoorlijk nakomen van een dergelijke verplichting kan voor het bestuursorgaan reden zijn de gewenste medewerking niet te verlenen. Vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 23 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3580. Etriplus heeft onweersproken gesteld dat er geen gemeentelijk beleid is, waarin is vastgelegd dat een onderzoek naar de omvang van het draagvlak verricht dient te worden en dat ook anderszins niet bekend is (gemaakt) wat een dergelijk onderzoek zou moeten inhouden. Ook heeft Etriplus onweersproken toegelicht dat zij inspanningen heeft verricht die gericht waren op het peilen en vergroten van draagvlak onder omwonenden. Zij wijst in dit verband op onder meer de omstandigheid dat in samenspraak met omwonenden financiële middelen zijn gereserveerd voor het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving van het plangebied, omwonenden de mogelijkheid is geboden economisch te participeren in het project en dat buitenwettelijke informatie- en inspraakmogelijkheden zijn georganiseerd. Het standpunt van de raad dat Etriplus zich in dit verband onvoldoende heeft ingespannen, volgt de Afdeling daarom niet. Het betoog slaagt.”
3. Algemeen
Als op grond van gemeentelijk beleid, van een initiatiefnemer kan worden verlangd dat hij (specifieke) inspanningen verricht die zijn gericht op het informeren van omwonenden en het verwerven of vergroten van het maatschappelijk draagvlak voor de gewenste ontwikkeling, dan kan het niet behoorlijk nakomen van een dergelijke verplichting voor het bestuursorgaan reden zijn de gewenste medewerking aan het (wijzigen van) een bestemmingsplan niet te verlenen.
Van https://www.arcadis.com/nl/nederland/arcadis-blog/yoeri-schenau/uitspraak-raad-van-state-rond-windmolens-steunt-energietransitie/
“Uitspraak Raad van State rond windmolens steunt energietransitie
Zoals bij veel windparken was ook tegen de komst van Windpark Greenport Venlo veel verzet. Zoveel zelfs dat de gemeenteraad van Venlo niet wilde instemmen met het bestemmingsplan. Dit ondanks dat het park voldoet aan haar eigen beleid en relevante wet- en regelgeving. Uit de uitspraak van de Raad van State (RvS) van eind december volgt dat de raad een zorgvuldigere en meer op feiten gebaseerd besluit had moeten nemen. Er moet kortom een degelijke inhoudelijke afweging plaatsvinden op basis van alle betrokken belangen. Dat de RvS daar nu op wijst is een steun in de rug voor de energietransitie!
[…]
De gemeente Venlo besloot in maart 2018 om niet in te stemmen met het windpark. De provincie nam de besluitvorming over en stelde een provinciaal inpassingsplanvast. Bewoners en bedrijven bestreden dit plan tot aan de RvS met als argumenten onder meer geluidsoverlast, veiligheid en waardevermindering van onroerend goed,natuurbescherming en de financiële haalbaarheid. Geen van deze bezwaren hield stand (zie uitspraak)
De tweede zaak kwam van de ontwikkelaar zelf. Wij gingen in beroep tegen het weigeringsbesluit van de gemeente. In 2012 had de gemeente in haar structuurvisie een zoekgebied opgenomen voor een windpark van minimaal 30 MW. In 2016 sloot de gemeente een samenwerkingsovereenkomst voor de ontwikkeling van het park met omliggende gemeenten, de provincie en de ontwikkelaar. Hierin zei de gemeente onder meer toe zich zoveel mogelijk in te spannen om plannen vast te stellen en de vergunning te verlenen. De gemeenteraad lag echter dwars, omdat er te weinig overleg met de omgeving, onvoldoende aandacht voor financiële compensatie van omwonenden en onvoldoende draagvlak voor het plan zou zijn. Daarnaast zouden er gezondheidsrisico’s ontstaan als gevolg van het windpark, aldus de gemeenteraad. In de uitspraak van eind december veegde de RvS ieder argument dat de gemeenteraad aan zijn weigeringsbesluit ten grondslag heeft gelegd van tafel. De uitspraak is bijzonder, omdat niet eerder een dergelijke discussie bij de RvS is gevoerd ten aanzien van een windpark en überhaupt weinig (met succes) tegen weigeringsbesluiten is geprocedeerd.
Een belangrijke andere oorzaak voor het weigerbesluit (uiteraard niet expliciet benoemd in het besluit) waren de gemeenteraadsverkiezingen in 2018. De besluitvorming rond het windpark was een slechts een paar weken voor de gemeentelijke verkiezingen (bad planning, I know…). In een rumoerige raadsvergadering met misschien wel tweehonderd tegenstanders op de publieke tribune kregen verschillende partijen slappe knieën en kozen ervoor niet in te stemmen. Dit ondanks dat het windpark voldeed aan alle relevante normen én invulling geeft aan de gemeentelijke structuurvisie.
[…]”
4. Aanbevelingen voor verdere kennisname
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RVS:2015:1702
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RVS:2007:BA7603
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RVS:2019:3580