1. Bron
https://vng.nl/nieuws/vng-positief-over-wet-versterking-participatie
2. Relevante bepaling:
“Dit wetsvoorstel regelt dat het decentraal bestuur inwoners in staat stelt te participeren bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid. Met dit wetsvoorstel wordt uitvoering gegeven aan de afspraak uit het regeerakkoord 2017 om te komen tot een Right to Challenge-regeling, waarmee de regering de mogelijkheid wil bieden aan burgers en lokale verenigingen een alternatief voorstel in te dienen voor de uitvoering van collectieve voorzieningen in hun directe omgeving.
3. Algemeen
Met het wetsvoorstel 'Versterking participatie op decentraal niveau' wil het kabinet de verplichte inspraakverordening verbreden tot een participatieverordening.
Het kabinet beoogt met de wet niet alleen om inwoners invloed te geven op de voorbereiding van gemeentelijk beleid, maar ook op de uitvoering en evaluatie van beleid. In de participatieverordening kunnen gemeenten ook de spelregels rondom het uitdaagrecht (de Nederlandse variant van Right to Challenge) vastleggen.
Momenteel (mei 2020) is het voorstel in consultatie via het internet.
4. Aanbevelingen voor verdere kennisname
Artikel Prof. Dr. G. H. Addink van de Universiteit van Utrecht https://www.internetconsultatie.nl/participatieverordening/reactie/128604/bestand
5. Bespiegeling
Dit wetsvoorstel lijkt niet direct van invloed te zijn op het Streven. Wel kan natuurlijk een burgerinitiatief met deze wet een gemeente, provincie of waterschap ‘challengen’ als de burgers van mening zijn dat ze een (uitvoerende) taak van een (decentrale) overheid beter kunnen uitvoeren dan de overheid.
Volgens prof dr G H Addink van de Universiteit van Utrecht hebben burgers in algemeenheid dit recht al wat betreft gemeenten: “Maar dat recht hebben burgers al en dat voegt niets toe aan het al langer bekende recht van petitie zoals dat in artikel 5 van de Grondwet is opgenomen. Maar op grond van het hiervoor genoemde verdrag van de Raad van Europa heeft iedereen al het recht om te participeren in zaken die de gemeentelijke overheden betreffen en de wet dient de middelen te bieden om de uitoefening van dit recht te faciliteren.”