1. Bron
https://www.regionale-energiestrategie.nl/documenten/HandlerDownloadFiles.ashx?idnv=1575342
2. Relevante bepaling:
“In het kort zijn de belangrijkste uitgangspunten:
• De energietransitie als vliegwiel voor het versterken van de leefomgeving.
• Het actief zoeken naar combinaties van energieopwek met lokale opgaven.
• Het stimuleren van lokaal eigenaarschap (minimaal 50 procent).”
“Wind
Maatwerk en nader onderzoek naar realisatie,inpassing, bouw en exploitatie Het vinden van ruimte voor, en het proces totrealiseren van windturbines is maatwerk. Binnen de zoekgebieden gaat de gemeente Amsterdam (en voor het havengebied het Havenbedrijf Amsterdam) analyseren welke ruimtelijke belemmeringen er zijn om verschillende types windturbines te plaatsen.
Per gebied wordt het maximum aantal MW en het maximum aantal turbines bepaald (in technische zin). Vervolgens wordt verdiepend onderzoek gedaan naar de ruimtelijke inpassing, bouw en exploitatie. Dit gebeurt in samenwerking met ruimtelijke experts, initiatiefnemers (zoals windcoöperatie) enomwonenden. Amsterdam streeft naar minstens 50 procent lokaal eigendom van de productie (burgers en/of bedrijven). Wanneer benodigde grond in het bezit is van de gemeente, wordt deze - conform gemeentelijk beleid - in de regel uitgeven door middel van een tender.
Participatie en opstellen omgevingsovereenkomst
Ten slotte moet de uiteindelijke initiatiefnemer (die de windturbine wil plaatsen) een proces opzetten om te komen tot een wenselijke en haalbare vormgeving van participatie. Dit kan zijn procesparticipatie, financiële participatie, financiële obligaties, eigendomsparticipatie, een omgevingsfonds of een combinatie hiervan.
De gemeente Amsterdam controleert dat initiatiefnemers en omgeving hierover het gesprek aangaan.
Afspraken met de omgeving worden vastgelegd in een omgevingsovereenkomst. Op basis hiervan wordt er een projectplan gemaakt waarin wordt beschreven hoe binnen het project de participatie optimaal wordt ingericht.”
“Zonneweides
Amsterdam heeft geen doelstelling voor de opwek van energie in landschappelijk gebied of op water en hanteert daarom een regeling “nee tenzij”. Amsterdam gebruikt de “ladder voor het landschap” (Amsterdam, juli 2019) om een afweging te maken tussen de ruimteclaims voor de energietransitie en die van andere landschapsfuncties. Zo heeft het de voorkeur om door het toepassen van dubbel ruimtegebruik een initiatief binnen de stadsgrenzen of op een bedrijventerrein te realiseren.
Een ander onderdeel van de ladder is de vraag of het voorstel tot stand is gekomen via co-creatie of
participatie. Voorwaarde voor ontwikkeling van een zonneweide voor Amsterdam is dat lokale bewoners kunnen participeren en dat dit in samenwerking met de omgeving en initiatiefnemers zoals energiecoöperaties gebeurt. Amsterdam streeft naar minimaal 50 procent lokaal eigendom van de productie (burgers en/of bedrijven).”
3. Algemeen
-
4. Aanbevelingen voor verdere kennisname
-