1. Bron
https://www.bjutijdschriften.nl/tijdschrift/rechtderwerkelijkheid/2019/2/RdW_1380-6424_2019_040_002_003.pdf
2. Relevante bepaling
"Om geen valse verwachtingen bij de burger te wekken, zal bij alle participatiemogelijkheden die de burger (moeten) worden geboden, moeten worden aangegeven binnen welke juridische, beleidsmatige en financiële randvoorwaarden participatie mogelijk is. Met andere woorden: waarover participatie wel, maar ook waarover participatie in het desbetreffende geval niet (meer) kan gaan. Daarbij is van belang dat de participatie onder de Omgevingswet, zeker bij grote complexe projecten, gefaseerd (of getrechterd) plaatsvindt, waarbij het onderwerp van de participatie steeds concreter, uitvoeringsgerichter en daarmee ook steeds beperkter wordt.
De bestuursrechter zou een belangrijke rol kunnen spelen bij het stimuleren van het bestuur om participatie in alle fasen van de besluitvorming serieus te nemen door bij de toetsing van besluiten rekening te houden met de gelaagdheid van de besluitvorming.
Voor gemeentelijke projecten zou in de Omgevingswet de mogelijkheid kunnen worden geïntroduceerd om typen projecten te kunnen aanwijzen, waarvoor de sneller en beter-aanpak en gecoördineerde besluitvorming wettelijk worden voorgeschreven.
Dit alles neemt niet weg dat het creëren van draagvlak nooit doorslaggevend kan zijn in de besluitvorming, dit zou immers op gespannen voet staan met de democratische legitimatie van besluitvorming. “
3. Algemeen